Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
BIJLAGE III.
Zie § 7.
Lilt. L.
1ste Hoofdd. 38ste Art. |
INSTRUCTIE op het visiteren van manschappen, of zij al, of niet tot de
zeedienst geschikt zijn.
|
Het onderzoek zal moeten plaats hebben door de daartoe, volgens Art. 37 van het Reglement voor de Geneeskundige dienst bij de Marine, door het geneeskundig Bestuur der Zee- en Landmagt te stellene Officieren van Gezondheid en op de daarbij bepaalde wijze.
De gebreken, welke degene, die er mede behebt zijn, voor de Zeedienst ongeschikt maken, zijn de volgende:
EERSTE AFDEELING.
Gebreken, door welke men voor de dienst volstrekt buiten staat is.
1. Ontbering van het gezigt.
2. Het geheele verlies van den neus, vooral, wanneer dit een zeer afschuwelijk aanzien geeft en de ademhaling daardoor moeijelijk is.
3. Ontbering van de stem en het spraakvermogen, en volslagen doofheid.
4. Groote en ongeneesbare krop- en kliergezwellen, welke de ademhaling doorgaande hinderen.
5. Het verlies van het mannelijk lid of de testikels.
6. Het verlies van een arm, been, voet en hand, ook de onherstelbare verstijving van een dezer deelen.
Pagina's XIV en XV ontbreken in de scan van dit boek!!
veelvuldige opstoppingen van dezelve, zoo als verder alle zware ziekten en gebreken van de piswegen, fistels aan deze deelen enz., hetzij dat dezelve als ongeneeslijk worden beschouwd, of dat zij de aanhoudende hulp van den genees- en heelkundige vorderen.
24. Een in den annulus abdominalis teruggehouden testikel, vooral als dezelve pijnlijk is, de vleeschbreuk (sarcocele), waterbreuk (hydrocele), aderbreuk (varicocele, seu cirsocele) en alle zware gebreken aan het scrotum, de testikels en den zaadstreng (funiculus spermaticus), voor zoo verre zij voor ongeneesbaar worden gehouden.
25. Zwerende aambeijen of takken, ongeneeslijke aarsfistels, hevige en periodieke vloeijingen van de aambeijen, bloedontlastingen uit het darmkanaal, onwillekeurige afgang der drekstoffen en vooral uitzakking van den endeldarm (prolapsus ani).
26. Onherstelbare wangestalte van handen of voeten of andere deelen, waardoor de beweging en handenarbeid niet naar behooren kunnen verrigt worden.
27. Groote en uitgebreide aderspatten (varices) en habituële zwelling der voeten en beenen.
28. Kankergezwellen, kankerzweren, verouderde zweren van eene kwaadaardige gesteldheid, welke als ongeneeslijk kunnen beschouwd worden.
29. Groote en verouderde likteekens, vooral als zij door hare vasthechting de beweging van een der ledematen volstrekt hinderen, en met aanmerkelijk verlies van zelfstandigheid zijn vergezeld geworden.
30. Zware beenziekten, zoo als groote beenuitwassen of beenknobbels (exostoses), complete stijvigheid der gewrichten (anchylosis), beenzweer (caries seu necrosis), de winddoorn (spina ventosa), gezwellen van het beenvlies, zoodra daardoor de vrije en genoegzame beweging van het deel wordt belemmerd.
31. Huidziekten, als zij besmettelijk, verouderd, erfelijk en hardnekkig te genezen zijn, zoo als tinea capilis (zeerhoofd), herpes, en verdere kwaadaardige huidziekten.
32. Een volmaakt bleekzuchtige staat van het ligchaam(cachexia), ongeneeslijk scorbut en waterzucht.
33. Groote zwakte en vermagering, te groote of te kleine gestalte, vooral, in het eerste geval, als de persoon, zoo als men zegt, buiten zijne krachten gegroeid is.
34. Het podagra en de heupjicht, verouderde jicht en rheumatische pijnen, welke de vrije bewegingen der ledematen verhinderen.
35. Vallende ziekte (epilepsia) wel geconstateerd, stuipen (convulsiones), onwillekeurig beven van het ligchaam of een gedeelte van hetzelve, complete of gedeeltelijke verlamming, verstandeloosheid, razernij of onnoozelheid.
Bijaldien er bij de herhaalde Visitatie op de schepen die, volgens Art. 68 van het Reglement op de Geneeskundige dienst, moet plaats hebben, eenig verschil ontstond, ten opzigte der beoordeeling van dengenen die door het Geneeskundig Bestuur met de Visitatie is belast, en dit verschil niet tusschen hen kan worden vereffend, zal de eerst aanwezende Officier van Gezondheid op het schip waarop de Visitatie is geschied, schriftelijk de redenen van zijn verschillend gevoelen opgeven, welke dan verder aan de beslissing van het Geneeskundig Bestuur zullen worden onderworpen.
Aldus gearresteerd bij den Minister voor de Marine.
Zie verder de Aanmerking volgende bladzijde
Aanmerking op de vorige bijlage
Bij vergelijking dezer Instructie met het voorafgegane Reglement zal blijken, dat zij, ofschoon van vroegere dagteekening, nagenoeg volkomen in dezelfde bewoordingen is vervat. Daar echter de lotelingen nog steeds bij ons te lande niet onder 's Lands scheepsvolk mogen worden ingelijfd, zoo vervallen hier natuurlijk de bijgevoegde bepalingen voor miliciens, remplaçanten enz. vastgesteld en behoeven de dienstzoekenden dus ook niet Ie worden opgezonden in de Militaire zieken-inrigtingen, ter beproeving van genezing of ter constatering hunner gebreken. Zoowel voor de dienst van matroos, als voor die van marinier vallen zij dus geheel in de termen der vrijwilligers .
Enkele Artikelen over ziekte-vormen, die ongeschiktheid medebrengen voor de Landmagt, worden in deze Instructie niet gevonden; zoo toch wordt geene afzonderlijke melding gemaakt van het verlies van één der oogen, van vlekken op het hoornvlies, van verlies van tanden, van ziekelijk voetzweet, van gebreken aan het borstbeen, van verlies van enkele vingerleden of teenen, van platte voeten, van mankgaan. De oorzaak van dit verschil is op sommige punten niet duidelijk, op andere valt zij ligtelijk in het begrip; eenige der genoemde uitzonderingen toch zijn meer bepaald hinderlijk in de behandeling van klein schietgeweer, in het marcheren, het dragen van den randsel, enz., diensten die, althans bij den matroos, minder of niet in Aanmerking komen.

Bijlage II. | Inhoudsopgave | Bijlage IV. |