Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

BIJLAGE VIII.

Zie § 28.

VOORSCHRIFTEN omtrent Geneeskundige Attesten, waarvan de lotelingen zijn voorzien

Bij Koninklijk besluit van den 7 October 1845, no. 62 is bepaald:

Dat de genees- of heelkundige Certificaten of Attesten, waarvan een loteling, die vermeent door ziekte of gebreken voor de dienst der militie ongeschikt te wezen, houder mogt zijn, door denzelven, ten tijde dat hij geroepen is om zich, ten overstaan van den Militie-raad, door de, tot deszelfs adsistentie, aangewezen Genees- en Heelkundigen te laten onderzoeken, alvorens tot de visitatie te worden toegelaten, op de hiertoe te doene aanvrage, aan den Voorzitter van gemelde Raden moeten worden overhandigd, en door voormelden Voorzitter slechts dan aan den met het onderzoek belasten Geneesheer en Heelmeester ter inzage worden overgegeven, wanneer deze stukken:

a). Afgegeven zijn door eenen Geneesheer of Heelkundige, wonende of gewoon zijnde de practijk uit te oefenen in dezelfde Gemeente, alwaar de loteling, wien de inhoud betreft, aan de Inschrijving voor de Nationale Militie voldaan heeft, of wel, bijaldien deze deszelfs bestendig verblijf ten minste ééne maand, aan de afgifte van het Certificaat voorafgaande, elders dan in gezegde Gemeente heeft gehad, afgegeven zijn door een' Geneesheer of Heelmeester, wonende en de practijk uitoefenende in de Gemeente van des houders werkelijk verblijf.

b). Blootelijk bevatten eene aanduiding der ziekte, waaraan de loteling door den afgever bevonden is, afgeleid uit de verschijnselen, welke zich bij denzelven voordoen, te laboreren, en eene opgave van den tijd gedurende welken de lijder, ter zake van de daarin vermelde kwaal, door den afgever is behandeld geworden, en zonder gevolgtrekking van dezen, of de aangeduide ziekte den houder al dan niet tot de dienst ongeschikt maakt; - zullende de Certificaten, welke aan de bovengemelde vereischten niet voldoen, moeten worden ingehouden, en niet aan de met het onderzoek belaste Geneeskunstoefenaren mogen worden overgegeven 1).

Provinciaal Blad van Zuid-Holland.
6 Januarij 1846, n°. 1.

Aantekening bij deze bijlage

1) Dit is een bevreemdend voorschrift, zonder eenige nuttige strekking, dat ligtelijk tot arbitraire handelingen van de niet deskundige Militie-raden aanleiding kan geven.
Men vindt een uitgewerkt opstel van den Heer W.J.L. Verbeek, over deze en andere leemten in het werk der Militie-raden, in de Geneeskundige Courant, 1851, n°. 13 en 14.





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.