Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
§ 11. Onderzoek voor den Militie-raad
Het eerste onderzoek der lotelingen geschiedt, - even als de loting zelve, - in de Hoofdplaatsen hunner Provincie, door eene daartoe aangestelde Commissie of Raad, den Militie-raad genaamd 1). De geneeskundige keuring grijpt plaats volgens de grondslagen in het Reglement op het visiteren vastgesteld. Diensvolgens worden de miliciens door dezen Raad goedgekeurd, voor een jaar vrijgesteld, of finaal ongeschikt verklaard. Ten opzigte van het laatste is het geheel verkeerd, wanneer daarbij terstond, gedurende de zitting van den Militie-raad, een afdoend besluit (finale decisie) wordt genomen; in twijfelachtige gevallen toch moest altijd een onderzoek in een der militaire Hospitalen worden bevolen 2).
In geval, dat reclamerende lotelingen door dezen Raad worden goedgekeurd kunnen zij van dit oordeel appelleren aan het collegie van Gedeputeerde Staten. De wijze, waarop dit collegie hierover uitspraak laat doen door geneeskundigen, is onzes inziens niet voldoende geregeld bij de Wet 3).
Aanmerking. Bij deze keuring worden alleen die miliciens gevisiteerd, welke opgeven aan een of ander gebrek te lijden. Het was misschien wenschelijk, dat de keuring meer algemeen werd gemaakt en ook werd uitgestrekt op hen, die niets aangeven. In de eerste plaats, om geen te zwakke personen in dienst te krijgen, met grooten ziekte-aanleg; ten anderen, om der regtvaardigheids wille, daar het nu gebeuren kan, dat deze met een gebrek dienst doet, waarvoor gene wordt vrijgesteld 4).
Noten bij dit artikel
1) Volgens de Wet op de Nationale militie van 1817, - ook te vinden in het Recueil militair voor dat jaar, - bestaan de militie-raden uit: één Lid der Staten, als President, één Lid van het Plaatselijk Bestuur, en één Hoofd-officier, benevens een Militie-commissaris om te dienen van consideratie en advies. Als Secretaris fungeert een der Ambtenaren van het Bureau van den Gouverneur der Provincie. De Raad wordt in zijn oordeel "geadsisteerd" door één geneesheer en één heelmeester. Deze worden daartoe onverwachts en door het lot gekozen, terwijl zij zooveel mogelijk dagelijks moeten worden verwisseld. Zij zijn tot dezen Staats-pligt gehouden op eene geldboete van ƒ 100. Voor iedere zitting wordt hun een honorarium van ƒ 6 uitgereikt. Zij moeten zweren, in hunne uitspraken "ter goeder trouw te zullen handelen, zonder vriend- of vijandschap, gunst noch ongunst." - Onlangs is, in een Verslag van de Afdeeling 's Gravenhage der Maatschappij tot bevordering van de geneeskunst, voorgesteld, om aan de genoemde deskundigen een Officier van Gezondheid toe te voegen, als in den regel eene grootere vaardigheid ia het keurings-werk en meer ervaring ten dezen bezittende. Zie Tijdschrift dier Maats., Mei en Junij 1853, in fine.
2) Het blijkt, dat hier dikwijls van de geneeskundigen terstond eene bepaalde beslissing wordt verlangd, of de man al dan niet geschikt is. In twijfel mag de knoop geenzins worden doorgehakt, maar zoo als in het bovenaangehaalde Verslag zeer te regt wordt uitgedrukt, men moet in die gevallen aan den Raad adviseren, óf om de visitatie later of door anderen te doen herhalen, of, liever nog, om zoodanige lotelingen te doen opnemen in een der Hospitalen, tot eene voortgezette en naauwkeurige observatie aldaar. Vele ziekten toch zijn er, die wel door niemand terstond met zekerheid zijn te diagnosticeren.
3) De Gedeputeerde Staten toch laten dan een superarbitrium uitbrengen door twee andere geneeskundigen, door het lot aangewezen! Beter zou het zijn deze beslissingen te laten uitgaan bijv. van de Provinciale geneeskundige commissiën, of wel zoo als door den Heer Caan werd voorgesteld, van eene subcommissie uit deze, aan welke wij den Eerstaanwezenden Off v. Gez. van het garnizoen zouden wenschen te zien toegevoegd. Misschien nog beter, wanneer men ook in dit geval de lotelingen al dadelijk ter constatering opzond naar de militaire Hospitalen.
4) Voorbeelden van het laatste zijn mij verscheidene medegedeeld; ligte misvormingen, geringe varicocèle of hydrocèle en dergelijke worden aldus soms door onwetendheid niet aangegeven. - Bij de algemeene visitatie zou inzonderheid de aandacht te vestigen zijn op aanleg tot tering en op klierziekige kwaadsappigheid. Ook met deze gebreken worden voorzeker meerderen aangenomen, wier plaats niet in het leger moet zijn.

§ 10. Overblijvende geschiktheid ... | Inhoudsopgave | § 12. Onderzoek voor de Provinciale ... |
