Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 13. Voorschriften voor de Offic. V. Gez. daarbij
De Eerstaanw. Off. v. Gez., des noodig geadsisteerd door één of meer Offic. v. Gez. van het garnizoen, wordt tot deze visitatie opgeroepen ten gevolge eener schriftelijke aanvrage van de daarbij praesiderende autoriteiten, met bepaalde opgave van dag, uur en plaats.
Wanneer men hierbij lotelingen ontmoet met geneeselijke, slechts tijdelijke, z. g. "momentanele" ziekten, zoo worden deze, - even als de overige miliciens, die goedgekeurd zijn, - aangenomen en voor een jaar in reserve geplaatst, d. i. huiswaarts gezonden, waar zij zich kunnen laten genezen.
Indien zich daarentegen personen voordoen met twijfelachtige ziekten of gebreken, zoodat de geneeselijkheid daarvan, en alzoo hunne al of niet geschiktheid voor de dienst, niet op staanden voet kan worden bepaald, zoo worden zij ingedeeld bij één der Korpsen van het Garnizoen in loco en aldaar naar het Hospitaal gezonden ter constatering, of ter beproeving van hunne genezing. Omtrent dezen moet een nominatieve Staat worden opgemaakt voor den Inspecteur, en, zoo dit gevorderd wordt, eene kopie daarvan voor den Prov. Kommandant. In het Hospitaal moet over deze lotelingen, binnen 14 dagen, definitief worden opgegeven, of zij al dan niet zullen herstellen 1). [Hierbij kan zich evenwel eene groote zwarigheid voordoen, namelijk in die gevallen, waar tot de genezing de eene of andere ligtere of zwaardere heelkundige operatie mogt worden vereischt. Wanneer deze door den loteling hardnekkig wordt geweigerd, zijn wij van meening, dat men de bevoegdheid niet bezit, om daartoe over te gaan, of hem te dwingen tot de operatie, dewijl er slechts weinige bloedige kunstbewerkingen zijn, waarbij het leven of althans de gezondheid niet in gevaar kunnen geraken 2). Bijaldien het van hen, die men hier oorspronkelijk nog voor genezing vatbaar had geacht, later mogt blijken, dat zij waarschijnlijk toch vroeg of laat zullen moeten worden afgekeurd, zoo behoort deze ongunstige uitslag der voorloopige behandeling, uiterlijk vóór 1 Junij van het loopende jaar, aan de kommanderende Officieren der Korpsen te worden medegedeeld en (later) aan dezen eene Geneeskundige verklaring van hunne ongeschiktheid worden afgegeven. Hiervan zijn uitgezonderd de lotelingen met hoofdzeer, bij welke in den regel meer vooruitzigt op herstelling bestaat] 3).
Wanneer eindelijk enkele andere manschappen reeds terstond geheel ongeschikt worden geoordeeld, zoodat zij al dadelijk, zonder beproeving van genezing, moeten worden afgekeurd, zoo wordt voor hen onmiddelijk eene Geneeskundige verklaring van ongeschiktheid opgemaakt, onder omschrijving hunner gebreken. Op dit stuk zendt de Prov. Komm. dezen terug aan den Militie-raad. In geval deze daarmede geen genoegen neemt, moeten zij ten tweeden male voorgebragt worden voor den Prov. Komm. In beide gevallen moeten zij ingedeeld worden, doch worden nu ten slotte door den Off. v. Gez., - wanneer die bij zijn gevoelen bleef persisteren, - op eene Memorie van voordragt van den Chef van het Korps, afgekeurd. Het is, in zoodanige gevallen van twijfel, dat de Inspecteur altijd één of meer hervisitatiën gelast door Offic. v. Gez. in andere Garnizoenen.
Noten bij dit artikel
1) Hierbij moet worden overwogen, dat wanneer men den gezegden termijn laat voorbijgaan, zoodanige zieke lotelingen beschouwd worden als in dienst te zijn genomen, zoodat de Staat, wanneer zij nu niet herstellen, die personen uit de gelederen verliest. Volgt de beslissing binnen den bepaalden tijd, zoo kunnen nog anderen in hunne plaats worden gesteld. Zie Art. 161 der Wet op de Nationale Militie van 8 Januarij 1817.
2) Wel is waar kan men hier in tweestrijd geraken, hoe te moeten handelen, doch de humaniteit spreekt ten voordeele van ons gevoelen. Daar niet alle geneeskundigen eenstemmig denken over dit punt, moest hierin eigenlijk door de Wet worden beslist, even zoo als zulks onder anderen in Pruissen is voorgeschreven, en ook in Beijeren het geval is. In Eckart's Sammlung der Verordnungen über das Militär-Sanitäts-wesen daar te lande (München, 1855) vindt men daaromtrent, bladz. 259, het volgende: "Kein Conscribirter kann angehalten werden, sich behufs seiner Herstellung, einer chirurgischen Operation zu unterwerfen. Ist daher ein Gebrechen der Art, dass es obne diese Hilfe nicht beseitiget werden kann, so ist der Betheiligte nach Umständen für gänzlich oder für zeitlich untauglich zu erklären."
3) Zie Miss. 21 Febr. 1845, n°. 135, en verder Miss. 28 Feb. 1844, n°. 227.

§ 12. Onderzoek voor de Provinciale ... | Inhoudsopgave | § 14. Achterblijven der lotelingen ... |
