Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 22. Ontstaan daarvan in of buiten de dienst
Eene tweede voorname vraag bij deze gewigtige dienststukken geldt de wijze en het tijdperk van ontstaan der ziekte, met betrekking tot het verkrijgen daarvan "in, of niet in dienst."
Vroeger moest daarop door den visiterenden Offic. v. Gez. zelven worden geantwoord; tegenwoordig beslist de Inspecteur uit de gegevene inlichtingen dienaangaande 1). Het mag intusschen hier niet met stilzwijgen worden voorbij gegaan, welke de voornaamste grondslagen zijn waarop deze onderscheiding grootendeels berust. Als zoodanig dan onderscheide men:
Buiten de dienst. - Hiertoe behooren natuurlijkerwijze al die gebreken, welke gebleken zijn reeds vóór de laatste indiensttreding te hebben bestaan, bijv. over het hoofd geziene periodische ziekten (bijv. epilepsie, asthma nervosum, enz.), of voor verzwijging vatbare organische gebreken (bijv. fistula ani interna, strictura urethrae, enz.).
Buiten de dienst ontstaan, doch in en door de dienst toegenomen. - Deze omschrijving is van toepassing op alle ziekten en gebreken, die van ligteren aard zijnde (§ 7 en § 8), bij het in dienst treden bekend waren, doch die gedurende en door de dienst zoodanig toegenomen zijn, dat nu afkeuring moet geschieden, bijv. verergerde scoliosis, varicositas, hernia (bij miliciens), enz.
In, doch niet door de dienst. - Als zoodanig worden gemeenlijk beschouwd de gebreken, die verkregen zijn: eerstens, door eigen toedoen, ten gevolge van eene ongeregelde levenswijze, dronkenschap, syphilis, vechtpartijen (wanneer de persoon niet diensthalve daarbij tegenwoordig moest zijn), zelf-verminking, poging tot zelfmoord of tot het ontvlugten uit provoosten, kazernen, Hospitalen; en in de tweede plaats, die welke ontstaan zijn tijdens men zich met bepaald of onbepaald verlof van zijn Korps afwezig bevond.
In, en door de dienst. - Tot deze klasse brengt men in de eerste plaats die gebreken, welke het gevolg zijn van bevolene militaire diensten (wachten, marschen, campagnes, enz.); doch ten anderen ook diegene, welke uit meer verwijderde ziekte-oorzaken, aan den krijgsmansstand in het algemeen, of aan een wapen-korps of Garnizoen meer bijzonder eigen, kunnen worden afgeleid 2).
Noten bij dit artikel
1) In de Gen. verklaringen moet men alzoo tegenwoordig de daarop betrekking hebbende woorden doorhalen; zie Aanschr. 6 Dec. 1853, n°. 34.. - Vergelijk verder over dit geheele onderwerp Aanschr. 23 Nov. 1835, n°. 120. Miss. 12 Sept. 1837, n°. 79; Miss. 1 Febr. 1845, n°. 1; Aanschr. 15 Julij 1846, n°. 102.
2) Dit laatste geldt bijv. voor de ophthalmia purulenta (sic dicta "bellica"), voor hydrops door febris intermittens Zeelandica, voor rheumatismus chronicus bij oude gedienden, enz. - Ook de, bij onder behandeling zijnden ontstane, ziekte-verplaatsingen en vorm-veranderigen van ziekten, die primitief in en door de dienst ontstaan waren, mogen tot deze rubriek worden gebragt. Miss. 15 Julij, 1846, n°. 102.

§ 21. Oorzaken tot het ontstaan der ... | Inhoudsopgave | § 23. Register van behandelde zieken en ... |
