Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 30. Hulpmiddelen tot de visitatie
De hulpmiddelen, bij het visiteren benoodigd, - die men in de groote Hospitalen waar dit kan geschieden in een afzonderlijk vertrek (visitatie-kamer) moet vereenigen, - zijn dezelfde instrumenten en ingrediënten, welke tot het vaststellen eener genees- en heelkundige diagnose in het algemeen kunnen worden vereischt. Ter herinnering noemen wij de volgende als zoodanig:
Werktuigen tot bepaling van afstand, rigting, omvang, enz. - Bijv. een juist verdeelde meetband in Ned. maat; groote passer met graadboog (z. g. compas dépaisseur); een hoekmeter met bewegelijke zijden (goniometer); een borstmeter (thoracimeter), waartoe ook de z. g. pnoiometer van Canstatt wordt gebragt; een dubbele winkelhaak van Mayor; een schiet- of rigt-lood; een houten staafje, ter lengte van 25 Ned. duim; enz.
Werktuigen tot het onderzoek van bijzondere holten en organen. Bijv. de spirometer van Hutchinson; de oogspiegel van Helmholtz; de orthoskoop van Czermak; een kunstbril-toestel 1); de oorspiegel van Kramer en andere specula, met de daarbij behoorende lichtleiders en lampen; stethoskoop met plessimeter; een loupe; injectiespuitjes; sondes, katheters, bougies; een urine-glas; een waslichtje; een sterk mydriaticum 2), boeken of papier met klein en groot schrift, vooral de daartoe ingerigte tabel van Jäger; speelkaarten (ter onderscheiding voor hen, die niet lezen kunnen); enz.
Wijders kan men nog somtijds noodig hebben: een stroozak of matras (voor het onderzoek bij horizontale ligging); eene spons (tot het afwasschen van fistel-openingen, van verdachte kleurstoffen); koud water, aether sulphuricus alcoholicus, ammonia liquida (bij soms voorkomende flaauwten); enz.
Noten bij dit artikel
1) "Het reeds meergenoemde bril-toestel (de z. g. "optische toestel"), bestemd tot het keuren van myopen en presbyopen (zie Miss. 11 Maart, 1843, n°. 87), bestaat uit een stel holle en bolle brillen, van beiden 14 stuks, en zoodanig genommerd, dat van N°. 1 af (waardoor de hoogst mogelijke graad wordt aangeduid) de sterkte van deze brillen trapsgewijze afneemt, of met andere woorden, hunne respectieve brand-wijdten telkens grooter worden. De nommers duiden in Eng. duimen tevens deze brand-wijdten aan. De beide brillen waardoor de gemiddelde toestand wordt aangegeven, naar welke men den geringsten vorm dier gebreken die tot afkeuring geregtigt, onderscheidt, dragen het N°. 6½ en zijn voorzien van het zegel der Gen. Dienst. (Deze schijnen nagenoeg overeen te komen met de voorheen gebruikelijke keurings-brillen van N°. 10).
2) Wij bezigden vroeger eenvoudig het extractum belladonnae (ser. 1 op 2 drachm. aq. dest.); thans verkiezen wij meestal, inzonderheid ter bespoeding der pupils-verwijding, den sulphas atropini (bijv. 1 grein op 1 once aq. dest.).

Afbeeldingen van bovengenoemde werktuigen
![]() |
![]() |
![]() |
Passer met gradenboog | Goniometer | Thoracimeter |
![]() |
![]() |
![]() |
Thoracimeter | Stethoscoop | Spirometer |

§ 29. Plaats voor het onderzoek | Inhoudsopgave | § 31. Algemeene regelen daarbij |
