Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 50. Medewerking der zieken-oppassers
Meerdere regelen zijn bij verschillende schrijvers nog geboekt; de voorgaande evenwel zullen voldoende zijn, te meer daar het vernuft van den geneeskundige in elk bijzonder geval toch dikwijls tot nieuwe of andere middelen de toevlugt moet nemen; en dan nog zal het menigmalen ondoenlijk zijn, de onderhavige vraagstukken te ontwarren, zoo bijv. bij de morbi exaggerati en aggravati, waar waarheid en logen zóó innig dooréén kunnen zijn geweven, dat zij het bedriegelijkste geheel vormen, waartegen men zich niet kan wapenen. Of in die gevallen van hoogen twijfel, als ook in het algemeen, veel bijstand te verwachten is van het den man omringende personeel? deze vraag is voor geene volstrekte beantwoording vatbaar. Zeker is het, dat het in de Hospitalen meestal weinig baat, om de ondergeschikte geemploijeerden, de zieken-oppassers, in den arm te nemen 1). Vertrouwde en daarbij slimme zieken-vaders intusschen kunnen soms van veel voordeel zijn. Het navragen bij de kameraden der simulanten geeft weder gemeenlijk weinig licht 2).
Noten bij dit artikel
1) Dit is ook in Engeland het geval; Marshall schrijft daarvan: "dat verscheidene oppassers hem beleefdelijk hadden geweigerd tot het ontdekken van bedrog mede te werken, op grond dat zij aan het ellendigste leven zonden zijn blootgesteld, bijaldien "dit slechts door de zieke soldaten werd vermoed".
2) Als regel kunnen wij ook hieromtrent instemmen met den Engelschen Off. v. Gez. Gavin, wanneer hij zegt: "dat in dit opzigt bij de militairen als het ware een onderling contract van stilzwijgendheid, eene soort van vrijmetselarij, bestaat". In verscheidene voorbeelden echter zijn ons uitzonderingen op dien regel bekend geworden, waarin de simulanten door hunne eigene kameraden verklapt werden.

§ 49. Listen ter verschalking | Inhoudsopgave | § 51. Dwaling, Ingebeelde ziekten, ... |
