Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 51. Dwaling, Ingebeelde ziekten, Duistere ziekte-vormen
Wanneer er geene zekere diagnose tusschen wezen en schijn van simulatie te maken is, mag men geenszins tot stelregel aannemen, om toch op den duur bedrog te blijven vooronderstellen. Hier immers zijn, - behalve eigene dwaling - twee andere bedriegelijke omstandigheden mogelijk.
1°) Kunnen er soms ingebeelde ziekten (morbi imaginarii) voorkomen. Zoo vindt men sommige overgevoelige, z. g. kleinzeerige menschen, die zonder het minste opzet van misleiding, doch louter door verbeelding of melancholie gedreven, bij de geringste hun merkbare afwijking der gezondheid, zich als doodziek wanen, of ligte ongesteldheden als hoogst gevaarlijk achten. Syphilo-phobie bij de minste keelpijn, phthisi-phobie bij den geringsten hoest of pijn op de borst, strekken hiervan tot dagelijksche voorbeelden.
2°) Kunnen er wezenlijk duistere ziekte-vormen (morbi rariores) bestaan, die, op het tegenwoordige standpunt onzer diagnostiek, zich nog door geene vaste signa pathognomonica kenmerken. In dit opzigt zijn er treffende voorbeelden van dwaling uit de militaire Hospitaal-practijk in verschillende Landen opgeteekend; gevallen van slepende hersen-ziekten, chronische borstkwalen en duister abdominaal lijden, die langen tijd miskend werden en als voorgewend beschouwd, tot dat later hunne ware aard duidelijk te voorschijn trad en deze meermalen, zelfs met een doodelijk uiteinde, droevig werd bezegeld ! 1).
Voldoende reeds om te doen opmerken, hoe noodzakelijk het ten deze is, den gulden middelweg te bewandelen, ons vooral nimmer door verkeerde schaamte te laten vervoeren, en bij eens opgevatte meeningen niet stijfhoofdig en voorbarig te blijven volharden. In duistere gevallen overhaaste men zich dus nooit, maar late zeer dikwijls de beslissing over aan den tijd 2).
Noten bij dit artikel
1) Men vergelijke hieroyer de leerzame mededeelingen van Burrell, Cheyne, Foderé, Gregory, Marschall en vele anderen. Onder anderen vindt men gewezen op een duister geval van mania periodica bij een' Engelschen soldaat. De man kreeg telkens, omdat men hem als bedrieger aanzag, stokslagen na zijne aanvallen. Ten slotte suicideerde hij zich in één zijner vlagen van krankzinnigheid. In een ander voorbeeld werd een soldaat eenigen tijd met alle gestrengheid als simulant behandeld, daar men het er voor hield, dat zijne klagten over aanhoudende lendenpijnen voorgewend waren; het duurde echter niet lang, of er openbaarde zich daar ter plaatse een koud lenden-absces, hetgeen later den dood ten gevolge had! Ook bij ons in het Groot Rijks Hospitaal te Utrecht, zijn enkele leerzame gevallen van sluipende tuberkel-vorming op minder gewone plaatsen (lendenwervelen, bekken, hersenen) waargenomen, die bij het leven bezwaarlijk als zoodanig te herkennen waren, althans destijds niet vermoed werden. De tuberkel-massa's bragten, aan meerdere plaatsen, eene abnormale drukking te weeg op de aangrenzende zeuuwstammen, die tot raadselachtige excentrische verschijnselen aanleiding gaf. Een dezer lijders was remplaçant en leverde eene hooge waarschijnlijkheid van bedrog op, door telkens rheumatische pijnen, zoo men meende, voor te wenden, tot dat zich later de waarheid der zoo lang gewaande valsche klagten bij de sectio cadaveris onverbiddelijk openbaarde. Vergelijk daarover mijn Specimen medicum, sistens observationes anatomico-pathologicas, de clandestina tuberculorum evolutione. Tr. ad Rhen. 183S.
2) Langdurige waarneming geeft hier dikwijls door toeval opheldering. Ook komt de mogelijke simulant daarbij soms door verveling tot inkeer. - Ten slotte houde men in het oog, dat het toch steeds meer overeenkomstig is met de humaniteit, om misschien een enkelen schuldigen te laten ontsnappen, dan een enkelen onschuldigen zoo onredelijk en hard te bejegenen, als dit hier meermalen is geschied.

§ 50. Medewerking der zieken-oppassers | Inhoudsopgave | § 52. Handelwijze bij bekentenis |
