Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 76. Blepharoptosis

d). Blepharoptosis . - Ook de verlamming van het bovenste ooglid is enkele malen nagebootst en dit vooral indien een toevallig likteeken aan of in den omtrek van het oog, of voorafgegane hersen-aandoening, grond van waarschijnlijkheid daartoe gaven.

Ter herkenning is hier de toepassing der zenuw-physiologie onbetaalbaar. Immers zij geeft de verklaring van een feit, dat hier ter opmerking van veel waarde is, namelijk: dat de wezenlijk bestaande blepharoptosis paralytica veeltijds gepaard gaat met strabismus externus en meestal insgelijks met mydriasis. De levator palpebrae superioris is hier verlamd; deze ontvangt zijne zenuwen van het 3de paar (oculomotorius). In die verlamming nu deelen de mm. rectus superior, internus en inferior, alsmede de m. obliquus inferior, die door hetzelfde paar voorzien worden. Wat is het gevolg daarvan? Dat de m. rectus externus, die eene afzonderlijke innervatie bezit, door het 6de paar (abducens), antagonistisch blijft werken en er alzoo buitenwaartsch scheelzien moet ontstaan 1). Evenzoo verklaart zich de begeleidende pupils-verwijding uit de paralyse van den oculomotorius.

Hoe schijnbaar gemakkelijk overigens het neerhangen van het bovenste ooglid kan gesimuleerd worden, zal men bovendien daarbij toch waarnemen, dat dit al spoedig eene niet natuurlijk, trillende beweging gaat aannemen, wanneer men den simulant slechts eenigen tijd aanstaart. Ook kan hij dit kunstje niet lang volhouden, wanneer men hem daarbij beveelt, de gezonde palpebrae van het andere oog bij afwisseling onophoudelijk te openen en te sluiten.

Aanmerking. Men bedenke intusschen, dat er vormen van blepharoptosis bestaan, zonder zenuwverlamming; immers zij kan, even als het ectropium senile, alleen het gevolg zijn van plaatselijk verlies van spiercontractiliteit of tonus van het boven-ooglid, zelfs ook van verdikking daarvan door granulaties of gezwelletjes.

Noot bij dit artikel

1) Men kan hier nog eene derde proefwaarneming bijvoegen, t. w. men late den man naar beneden zien; men neemt dan tevens eene poging tot ligte rotatie van den bulbus naar binnen waar, uit hoofde der insgelijks overgeblevene werking van den m. obliquus superior, die mede eene afzonderlijke zenuw ontvangt (den patheticus).





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.