Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 86. Amaurosis

o). amaurosis. - Het opzettelijk voortbrengen of nabootsen van de twee voornaamste objectieve, uitwendige verschijnselen van amaurose, t. w. verwijding der pupil, en verlies der bewegelijkheid van de iris, altijd in verband met het logenachtig opgeven van geheel, of nagenoeg geheel, verloren gezigts-vermogen, is meermalen bij het visiteren van onwillige dienstpligtigen voorgekomen. Veelal wordt deze voorwending slechts tot één der oogen bepaald, inzonderheid het regter, als zijnde de daarmede behebten ten eenenmale ongeschikt voor de dienst bij de Infanterie. In Frankrijk is dit bedrog vroeger dan ook op groote schaal waargenomen 1).

Dikwijls schijnt men tot de ontdekking te zijn gekomen, dat tot deze nabootsings-ziekte verschillende mydriatica werden misbruikt (vooral belladonna of hyoscyamus), in of om het oog, zelfs in den neus, in hooge doses uitwendig 2) aangebragt. Hoewel er behalve deze, nog andere kunst-middelen worden vermeld 3), handelen wij hier slechts over de genoemde imitatie en over de eenvoudige simulatie der zwarte staar.

Ter herkenning is het, in de eerste plaats, opmerkelijk, dat eene dusdanige kunst-mydriase in den regel veel volkomener is, dan de minder sterke ziekelijke pupils-verwijding en de alsdan dikwijls slechts trage, geenszins altijd geheel verlorene contractiliteit van de iris. Daarbij is het ook hier weder van belang tevens de aandacht te vestigen op de al of niet begeleidende ziekte-verschijnselen in de zenuw-centra of elders (§ 87), en op de z. g. "amaurotische physiognomie" (het meer of minder om hoog gerigte hoofd, de als naar het licht zoekende blikken, de dolle uitdrukking van het oog, de kleursverandering in de diepte, het verbroken evenwigt in beide, of de divergentie van één der gezigts-assen, enz.). Verder is de al of niet juiste opgaaf der bij amblyopia en amaurosis gewone subjectieve entoptische licht-verschijnselen (polyopie, chromatopsie, vonken- of vlammen-zien, enz.), zeer geschikt om ons in onze beoordeeling voor te lichten. In de tweede plaats, is het noodwendig, de hier mogelijk gebruikte stoffen op te sporen, hetgeen echter alleen gelukken kan, wanneer zij in den vorm van extract waren aangebragt. Overblijfselen daarvan worden dan soms in de ooghoeken, onder het benedenste ooglid, zelfs tusschen de ooghaartjes of in de wenkbraauwen aangetroffen. De hoeveelheid zal veeltijds te gering zijn, om den aard der corpora delicti door scheikundige reactie te kunnen bepalen, men herinnere zich dan hunne physiologische herkenningswijze, in het oog van jonge katten, honden of konijnen. Als gevolg van de mechanische irritatie door deze extracten kan men in die gevallen wel eens verhoogde roodheid van het bindvlies, met tranenvloed, ontmoeten, bij-verschijnselen die bij ware amaurotici zeldzaam zijn. In gevallen waar men hierdoor of door andere aanwijzingen tot kwaad vermoeden komt, moeten de vermeende lijders terstond worden geïsoleerd en gedurende twee a drie dagen of soms langer voortdurend door vertrouwde personen worden bewaakt, opdat het aanwenden der mydriatica (of van andere kunst-grepen) niet kan worden herhaald. Bij bedriegers zal men alsdan van lieverlede de oogappels hunnen normalen toestand zien hernemen.

Indien ook hierna de opgaaf van verloren gezigts-vermogen wordt volgehouden (of deze van den beginne af alleen, zonder kunst-middelen, als logenachtig voorkomt), is het van het meeste gewigt, om hier het netvlies, als ook het glasvocht, met behulp van den oogspiegel zorgvuldig te onderzoeken. Door de dan al of niet waar te nemene afwijkingen (verkleuring van zwarte vlekken of strepen op de retina; veranderingen in den toestand der vaatverspreiding; enz.) kan hier dikwijls een hooge graad van zekerheid worden verkregen. Mogt dit bewijs ontbreken 4) zoo kunnen hier nog de volgende proeven (tot welke men vóór de uitvinding van den oogspiegel meer dan thans de toevlugt moest nemen) nuttig zijn, waarbij, zoo slechts één der oogen als amaurotisch wordt voorgesteld, het andere vooraf met eenen goed sluitenden monoculus, of op eene andere wijze, zorgvuldig moet worden afgesloten:

1°) Men nadere het z. g. blinde oog onverwachts en snel, doch voorzigtig, met de punt van eenig scherp werktuig, pennemes, langet of liefst met eene staarnaald, even als of men voornemens ware, eene punctie of andere operatie aan het oog te volvoeren. in den regel 5) trekken bedriegers alsdan het hoofd terug, knippen met de oogleden, of sluiten zelfs hunne oogen.

2°) Men late den man, - het liefst onder begeleiding van een oppasser, die hem luchtig onder één der armen steunt, zoodanig, dat hij den man slechts passief volgt, - in de kamer rondloopen, waarin hem op verscheidene plaatsen eenige vaste of andere voorwerpen op den grond in den weg zijn gelegd, of wel men late hem gaan in de rigting van den muur of den wand 6). Somtijds verraadt hij zich dan, hetzij door eenen geheel onnatuurlijken gang, hetzij door zijne instinktmatige bewegingen, om zich bij tijds tegen vallen of stooten te beveiligen.

3°) Men kan ook zeer ligte electrische schokken op het oog aanbrengen 7), of liever nog den oogbol op verschillende plaatsen drukken, ten einde de overtuiging te erlangen, of de man daardoor de normale lichtbeelden (phosphènes van Serres) waarneemt. Daar echter deze beproevings-wijze op subjectieve bevinding berust, heeft men van haar bij sluwe simulanten niets te verwachten.

Indien deze, en nog verscheidene andere proeven 8) (alsmede sommige der reeds bij amblyopie genoemde, § 85) vruchteloos bleven, zoo verwachte men in twijfelachtige gevallen hulp van den tijd. Bij eene geduldige, soms langdurige observatie, hebben meer dan eens geheel toevallige omstandigheden, ontdekking en bekentenis tevens ten gevolge gehad, bijv. bij het schrikken voor nederstortende ligchamen, bij het ontwijken van andere beleedigingen, bij vallen in het water, bij brand of andere gevaren, onder welker invloed de simulanten hunne rol vergaten. Bespieding leidde daarbij ook meermalen tot het doel, gelijk mij zelven eens ten duidelijkste is gebleken (§ 48, noot 3).

Mogt, niettegenstaande onze herkenning, volharding blijven bestaan, dan onderwerpe men den lijder aan de vroeger opgegevene onaangename geneeswijzen, in zoo verre deze hier geïndiceerd kunnen zijn, zoo als door electropunctuur van het oog, door strychnine, met vrees voor hare schokken, door "bedreiging" met het uittrekken van oogtanden of holle kiezen, als met de blindheid in verband kunnende staan 9), en dergelijken.

Aanmerking. Bij dit artikel mag ik niet onopgemerkt laten, dat eene absolute uitspraak hier niet altijd mogelijk is, en inzonderheid dat er hier ligtelijk gelegenheid bestaat tot dwaling. Vooreerst, kunnen voorname objectieve verschijnselen van amaurosis (mydriasis en geringe bewegelijkheid van de pupil, zelfs veranderingen op het netvlies) soms ten deele of geheel afwezig zijn bij werkelijk bestaande zwarte staar-blindheid 10), - Ten anderen, kan er somtijds mydriasis voorhanden wezen zonder amaurosis 11). - En in de derde plaats, moet men altijd bedacht zijn, dat amaurosis zich niet alleen in zeer verschillende graden en vormen maar ook uit dikwijls vreemd schijnende oorzaken daadwerkelijk ontwikkelen kan, zoo als dit laatste inzonderheid geconstateerd is, ten opzigte van hare langzame vorming na verwonding van den nervus frontalis 12).

Noten bij dit artikel

1) Volgens getuigenis van Perçy en Laurent, zouden vroeger meer dan 200 studenten in de geneeskunde zich hierdoor aan de Leger-dienst van Napoleon hebben weten te onttrekken.

2) Sommige schrijvers maken ook melding van het inwendig gebruik dezer stoffen. Dit zal echter, veeltijds uit vrees voor de gevolgen, niet ligt worden ondernomen en ten anderen zal het zich dan zelf verraden door gelijktijdig optredende verschijnselen van narcosis (deliria als anderzins).

3) Als zoodanig spreekt Gavin van het dragen van sterk sluitende halsdassen, waardoor congestie naar het hoofd, met ligten graad van mydriasis, kan volgen. Zoo gewaagt Mackenzie, met gelijke bedoeling, van het afleggen van zware marschen bij heet zomerweder, kort vóór de visitatie. Zoo wees Fontana reeds op den mogelijken invloed van den wil op willekeurige verwijding van de pupil, waarschijnlijk indirect, door accommodatie van het oog voor zien in de verte.

4) Bij twee in alle andere opzigten goed geconstateerde en zelfs in hoogen graad bestaande gevallen, één van amblyopie, één van amaurosis completa, mogt het ons niet gelukken, duidelijke afwijkingen in de retina of het corpus vitreum te ontdekken. Bij anderen bleven wij soms in twijfel. In één geval zelfs zagen wij een vlekje op de retina van een overigens gezond oog! Ik wil echter deswegens de hooge waarde van den oogspiegel niet verkleinen, dewijl misschien de mindere volkomenheid van onze werktuigen, of eigene dwaling in het observeren, daaraan kunnen ten gronde hebben gelegen. Intusschen getuigt zelfs Von Graefe: "Dass trotz der neueren diagnostischen Mittel immer noch eine Reihe von Amaurosen vorkommt, bei welchen keine Veränderungen im Auge nachweisbar sind". Archiv f. Ophthalmologie, 1855, 2 B., 1 Abth., S. 266.

5) Deze waarneming, reeds door Morgagni gemaakt, vonden wij zeer dikwijls bevestigd. Nogtans kunnen simulanten het misschien door oefening zoo ver brengen, dat zij op deze proef niet reageren. In dit geval kan men den raad volgen van Fallot, en te gelijk met deze proef den hart-slag onderzoeken, of deze daarbij ook versneld wordt door het schrikken of de inspanning. - Van den anderen kant moet men bij deze proef niet vergeten, dat dwaling mogelijk is, in gevallen dat zeer gevoelige voorwerpen daardoor onderzocht worden; alleen het gevoel van het naderen met de warme hand, of van de luchtsbeweging daarmede gepaard gaande, zou bij dezen aanleiding kunnen geven tot geringe reflectie-bewegingen.

6) Oudere schrijvers over dit onderwerp (o. a. Foderé) overdrijven deze proefneming en voegen er bij: dat men den man ook kan laten aanlopen naar den rand van eenen trap (!), zelfs van eenen afgrond (! !), of naar den oeverkant van rivieren of andere wateren (!!). Zulke voorslagen vereischen geene nadere toelichting, en hoe vermetel ook, baten zij niet eens altijd; zoo verhaalt Mahon van eenen simulant, die deze laatste proef doorstond en werkelijk in het water liep!

7) Wanneer hier de electrische schok te intensief is, wordt niet alleen de retina, maar kunnen ook de n. opticus zelf, en de hersenen worden aangedaan. Alsdan zouden er, zelfs bij werkelijk bestaande complete verlamming van het netvlies, entoptische lichtverschijnselen kunnen ontstaan en men daardoor ten onregte genoopt worden om simulatie aan te nemen ook daar waar die niet bestond. Beter is daarom ten deze de druk-proef van Serres.

8) Onder dezen verdienen nog ter loops vermelding: 1°) het nederzetten van het dagelijks voedsel van den pseudo-blinde, die daartoe geïsoleerd moet worden, op zulke plaatsen van zijn vertrek, waar hij het zonder zijne oogen te gebruiken, niet kan vinden. 2°) Het achterlaten, in dit vertrek, van een brief met een weinig droog zand er in. Kan de man zien en lezen, zoo zal men daarna vinden, dat het zand uit den brief is gevallen. De Off. V. Gez. Kleijnenberg wil daarvan goede gevolgen hebben waargenomen. Men zal zich intusschen in beide deze proeven dikwijls kunnen vergissen.

9) Door "bedreiging" met extractio dentium heeft de Off. v. Gez. Boele voor eenigen tijd, in een gesimuleerd geval van amaurose, herstelling verkregen. Register v. v. z. n°. 75.

10) De afwezigheid van mydriasis en onbewegelijkheid van de iris is ons herhaaldelijk gebleken te kunnen voorkomen bij ware amhlyopie en amaurosis, zelfs in enkele gevallen waar de oogspiegel afwijkingen had aangetoond, Fallot geeft hierover het geval aan van een' Hoofd-Officier van het Belgische Leger, welke afgekeurd was wegens reeds tien jaren lang bij hem hestaan hebbende zwarte staar, en bij welken persoon (bijwien geen de minste sprake kon zijn van simulatie) zich de normale contractiliteit van den regenboog ten duidelijkste voordeed. Von Graefe heeft er dan ook onlangs zeer op aangedrongen, dat men aan de pupil-contractie vooral geene pathognomonische waarde voor de amaurose mag hechten, daar het voortbestaan daarvan bij ware paralyse van de retina van vele andere invloeden kan afhangen. Archiv. f. Ophthalm. 1855, 2 B., 1 Abth., S. 266. De verklaring van dit feit door Donders is voor het overige hoogst eenvoudig en komt ons zeer aannemelijk voor. Er kan, zegt hij, zeer goed amaurose bestaan, zonder dat de licht-perceptie geheel is opgeheven; de gevallen hiervan zijn zelfs naauwelijks te vinden. Er kan ook zeer ligt een of ander gedeelte der retina, meer naar voren en zijdelings gelegen, nog normaal gesteld zijn, een gedeelte waarvan men voor het zien weinig of geen voordeel meer trekken kan, doch dat toch, even als de algemeene lichtsindruk in het eerste geval, voldoende is om tot de gewone reflectie -beweging van de iris, in hoogeren of geringeren graad, aanleiding te geven.

11) De Heer Kerst deelde mij hiervan, onder anderen, twee hem bekende voorbeelden mede; één hij eenen remplaçant, die met zijne mydriasis aan alle gezigtsproeven voldeed; het tweede hij eenen loteling uit Utrecht, die wegens zijne mydriasis (welke hem echter niet hinderde in het zien), in den Franschen tijd, aan de conscriptie volkomen is ontsnapt.

12) Men vindt daarvan een opmerkelijk voorbeeld in een uitgewerkt opstel van Dr. Snabilié, Inspecteur der G. D., voorkomende in het Nederlandsch Lancet, 2 Serie, 2 Jaargang 1846, bladz. 139, - alwaar men intusschen tevens vermeld vindt verscheidene gevallen, uit welke ook blijkt, dat de doorklieving der voorhoofds-zenuw in geenen deele standvastige stoornissen van het gezigts -orgaan na zich sleept.





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.