Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 105. Alalia

e). Alalia. - Verloren spraakvermogen 1), hoe moeijelijk dit ook schijnen moge, is werkelijk enkele malen onder de groote reeks van voorgewende of nagebootste ziekten ontmoet, wel is waar meer bij civiele personen (bedelaars, landloopers), dan bij militairen; dikwijls echter kwam het dan voor in verband met voorgewende doofheid (zie surdo-mutitas). In beide gevallen zag men dit bedrog meer dan eens zeer hardnekkig volhouden. Somtijds werden daarbij geene kunstgrepen in het werk gesteld; alleen door het schrijven op de lei, door gebaren, door het uitsteken van, en het wijzen op de tong werd de logenachtige schijn van alalia of mutitas daargesteld. In enkele andere voorbeelden werd tevens, door opzettelijk omkrullen en scarificeren van de tong, een misvormd en bloedig aanzien aan dit deel gegeven 2).

In het laatste geval is de herkenning niet moeijelijk. Reeds op het eerste gezigt verschilt eene zoodanige tong hemelsbreed van eene werkelijk verminkte of afgesnedene 3), doch vooral is deze kunstgreep niet bestand tegen een zorgvuldig onderzoek, niet alleen door betasting, maar door gelijktijdige aanwending van keel- en haak-tangen, met welke men de opzettelijk naar achteren getrokkene tong voorwaarts brengt. Bij de zuivere voorwending, zonder nabootsing, gelukt de ontdekking somtijds minder spoedig, intusschen kan hier de geheele afwezigheid van goed geconstateerde oorzaken (encephalitis, apoplexie, febris nervosa, asphyxia, verwonding, enz. enz. 4) dikwijls reeds kwaad vermoeden doen ontstaan. Daarenboven kan het als regel worden aangenomen: dat ware stomheid van eenigen duur gepaard gaat met plaatselijke afwijkingen, zoowel in den vorm, als in de beweging van de tong. Men moet derhalve wel toezien, of er slechts een meer of minder gering rudiment van dit deel bestaat (gelijk zulks bij aangeborene alalia soms wordt waargenomen), of de tong vermagerd, geatrophieerd is, en vooral, of dit deel traag is in zijne bewegingen 5) en soms zelfs ten deele of geheel ook het gevoel heeft verloren, zoowel voor algemeene gevoelsindrukken als voor de specifieke ontwaring (smaak). Voorts houde men in het oog, dat zoo de sprakeloosheid wordt opgegeven, als van de geboorte af te hebben bestaan, alsdan in den regel daarbij tevens surditas moet worden waargenomen; en zoo zij als later verkregen wordt voorgesteld, behalve de reeds genoemde veranderingen aan de tong, eveneens meestal nog andere begeleidende ziekte-verschijnselen, bijv. van paralytischen aard (vooral dysphagia paralytica, paralysis faciei, enz.) behooren te worden ontmoet.

Als bijzondere herkenmiddelen, door welke men de pseudostommen onwillekeurige uitroepen of gearticuleerde klanken kan trachten te ontlokken, zijn de volgende dienstig: de aanwending van snuif en andere nies-poeders; het aanjagen van schrik, door overvallen in den slaap; het toebrengen van onverwachte pijn, bijv. door eene naaldsteek in den rug of in de nates; enz. In het bijzonder is hier ook de alcoholisatie aangewezen en meermalen gelukt; zie daarover de volgende §.

Bij hardnekkig volhouden kan ter behandeling het beste gevolg worden verwacht van de aanwending dier onaangename geneeswijzen, welke hier geïndiceerd kunnen zijn, bijv. strychnine, te gelijk met galvanische schokken op de tong, setons, bijt- of brandmiddelen, vooral herhaalde kleine moxae in den nek, endergelijken, soms gevoegd bij afzondering en dieet.

Noten bij dit artikel

1) Niet te verwarren met het verlies der stem; zie daarover later bij de gebreken van den hals, het artikel over aphonia.

2) Zoo bijv. wil men, dat in vroegere jaren, gewezene krijgsgevangenen zulks wel eens als gevolg hebben opgegeven van het afsnijden hunner tong door barbaarsche vijanden !

3) Deze toch, de lingua truncata, verkrijgt behalve het afgeknotte voorkomen, tevens een' zeer kleinen omvang.

4) Evenwel is hier het vinden van eene dergelijke pathologische oorzaak nog volstrekt geen bewijs! De Off. v. Gez. Van Leersum behandelde een' scheepsjongen met voorgewende epilepsie, die daarbij nog dit bedrog voegde, dat hij veinsde niet meer te kunnen spreken, als gevolg van het bijten op de tong, waarvan een opzettelijk wondje aan dit deel werd vertoond.

5) Hieromtrent houden Percy en Laurent zich aan dezen algemeenen stelregel: Dat men een persoon, die zich voor stom uitgeeft, maar niet tevens doof is, die vroeger heeft kunnen spreken, en nu nog in staat is, zijne tong behoorlijk uit te steken en willekeurig in alle rigtingen te bewegen, . . . . gerust als "bedrieger" mag aanmerken! - Deze stelregel schijnt ons, op zich zelven beschouwd, te absoluut; wij hebben althans enkele waarnemingen van alalia acquisita gelezen, waar de vrije bewegelijkheid van de tong zou overgebleven zijn. Ook zij men hierbij wel bedacht, dienzelfden regel niet toe te passen op het verlies van stem (aphonie).





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.