Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 111. Raucedo en aphonia
d). Raucedo en aphonia. - Deze gebreken kunnen, in hunne ligtere graden, door sommige personen uiterst natuurlijk worden nagebootst 1). Intusschen bezit men, bij de noodlge opmerkzaamheid, een vrij veilig rigtsnoer tot de diagnose, zoowel in het nagaan der mogelijke oorzaken 2), als in de waarneming van al of niet voorhanden zijnde plaatselijke verschijnselen der verschillende keel-, strottenhoofd-, luchtpijp-, long-, zelfs keel- of slokdarm-ziekten, waarvan zij het gevolg kunnen zijn. Daar echter geheel of gedeeltelijk verlies van stem ook kan voortvloeijen uit meer verwijderde stoornissen in den zenuw-invloed, hetzij centrale (bijv. na apoplexie), hetzij peripherische of excentrische (bijv. bij hysterie, helminthiasis, enz.), en deze zich niet altijd even duidelijk te kennen geven, kan men hier somtijds eene moeijelijke taak hebben.
Bij nagebootste raucedo bestaat er een, door mij beproefd bevonden hulpmiddel, in het vermoeijen van den simulant, door hem, zoo hard hij dit met zijne pseudo-heesche stem vermag, onophoudelijk door te laten spreken, tellen of lezen. Bij complete aphonie herinnere men zich eene, reeds door de oudste schrijvers over dit onderwerp geprezene proef, bestaande in het onverhoeds veroorzaken eener krachtige uitademings-beweging (bijv. door niezen, hoesten, lagchen). Een hierdoor te weeg gebragt helder en natuurlijk stem-geluid zal de misleiding dikwijls 3) verraden. Wanneer de aphonie slechts incompleet is, en er dus nog eenige toonen kunnen worden voortgebragt, geve men acht op het al of niet bestaan van het dusgenoemd physiologisch compensatie-vermogen der stem-vorming. Bij verlies daarvan zou de kwaal als echt mogen worden aangemerkt 4). Voor het overige kunnen hier dezelfde herkenmiddelen, proeven en listen worden gebezigd, als bij de alalia (§ 105) zijn vermeld; daarheen kan ook voor mogelijk noodige behandeling worden verwezen. Bij de laatste vergete men de aanwending van het galvanisme niet 5).
Noten bij dit artikel
1) Men kan zich, bepaaldelijk wat de heeschheid betreft, in schouwburgen en op gemaskerde bals somtijds daarvan overtuigen.
2) Onder de vele oorzaken is ook te letten op vroegere verwonding aan den hals (nervi laryngei), op drukking door nabij gelegene gezwellen (aneurysma, enz.), zelfs op luxatie van het tongbeen (geval van Valsalva of van Morgagni); enz.
3) Als uitzondering, is het mij een paar malen gebleken, dat personen, die nagenoeg stemmeloos waren, toch bij het lagchen een veel sterker geluid voortbragten. Vergelijk de volgende noot.
4) Donders heeft daarover eene hoogst leerzame mededeeling gedaan in het Nederl. Lancet, 2 Serie. 1 Jrg. bladz. 88. Hij wijst daar op den invloed, dien de waarneming der al of niet bij aphonia incompleta overgebleven compensatie der twee krachten, die tot de stemvorming werkzaam zijn, hebben kan op onze beoordeeling. Om namelijk een toon hooger of lager te doen worden, bestaan er twee middelen: sterkere of zwakkere spanning der stembanden (door de spieren van den larynx) en vermeerderde of verminderde kracht in het uitdrijven der lucht (door de longen). Wil men daarom denzelfden toon met toenemende kracht (crescendo) voortbrengen, zoo moet men de lucht met toenemende kracht door het strottenhoofd drijven, doch te gelijk de stembanden door de spieren naar evenredigheid ontspannen. Om denzelfden toon met afnemende kracht (diminuendo) aan te houden, moet men daarentegen de lucht met verminderde kracht uit de borstkas verwijderen, en tevens de stembanden door spierwerking meer en meer spannen. Wanneer alzoo verlamming van de stembanden bestaat, dan is deze compensatie opgeheven. Dit was inderdaad het geval bij een' fuselier, door D. onderzocht en omtrent welken vermoeden van aphonia of liever dysphonia imitata was opgerezen. Bij alle proeven met het uitbrengen van toonen bleek hier, dat de hoogte van den toon steeds geëvenredigd was aan de kracht van het uitdrijven der lucht. De laagste toon, die aansprak was G, en naar mate hij nu de lucht met meer kracht uitdreef, rees de toon allengs tot C, zoodat de geheele uitgebreidheid zijner stem slechts een quart bedroeg. De sterkste toon zijner stem was altijd ongeveer C, de zachtste G. De lijder had dus het compensatie-vermogen, waardoor hooge toonen zacht, en lage toonen krachtig kunnen worden aangegeven, geheel verloren; een overtuigend bewijs, dat hier geene simulatie bestond.
5) Onder anderen zag de Off. v. Gez, Fransen tweemalen goede gevolgen daarvan. Hij begon met den hals zachtjes te electriseren, doch klom van lieverlede met sterkere schokken; ten slotte maakte hij de simulanten met zijn voornemen bekend, om hun nu den volgenden dag "zóó de laag te zullen geven, dat misschien het hoofd achterste voren zou gaan staan!" De vrees voor deze kuur werkte terstond zeer heilzaam. Register v. v. z. n°. 58.

§ 110. Bronchocèle | Inhoudsopgave | § 112. Dysphagia en inedia |
