Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 151. Fistula ani

r). Fistula ani. - Dat aars-fistel, vooral de inwendige, bij het keuren, over het hoofd kan worden gezien, hebben wij reeds vroeger (§ 134) aangemerkt; van het verheelen daarvan, zelfs bij f. ani externa, zal overigens geene sprake kunnen zijn 1).

Van meer belang is de provocatio van dit gebrek. In vroeger lijden reeds zou daarvan een historisch voorbeeld aan het Hof van Lodewijk den XIVden zijn voorgekomen 2). Doch ook later, heeft men in de Legers aarsfistel als kunstvoortbrengsel ontmoet, gevormd door "introductio rad. Hellebori nigri" of van andere plantae acres in een vulnusculum cutaneum, aan den omtrek van den anus. Somtijds ontdekte men deze fistels door het opsporen der corpora delicti; andere malen werd men tot het vermoeden van misleiding gebragt door het ontbreken der gewone bindweefsel-verhardingen rondom deze fistels. Wanneer intusschen de ontdekking niet gelukt, dat wel regel zijn zal, zoo is het gelukkig, dat men gemeenlijk des te beter slaagt in de genezing, daar dergelijke fistulae arlificiales oneindig veel gemakkelijker herstellen, dan ware aarsfistels. Daartoe wordt hier de operatie ad hoc zelden of nimmer vereischt. Bij hardnekkig volhouden of aggraveren kan overigens het aanjagen van vrees voor deze kunstbewerking, of voor het ferrum candens zeer heilzaam werken.

Noten bij dit artikel

1) Speyer spreekt van eene f. ani celata, door opvulling van deze met pluksel (?). - Van de overige gevallen worden voorbeelden opgegeven door Perçy en Laurent.

2) Zie over deze geschiedenis terug § 35, noot 8.





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.