Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 158. Claudicatio

a). Claudicatio. - Bij ontkleede en ontschoeide personen kan de manke gang niet worden gedissimuleerd 1). Zeer dikwijls daarentegen is nabootsing van dit gebrek beproefd, te meer dewijl deze "facile institui potest". Niet alleen was dit meermalen het geval bij onwillige lotelingen, maar ook reeds dienende soldaten gaan daartoe bij sommige gelegenheden over, soms zonder het optreden eener duidelijke oorzaak, meer echter in die gevallen, "in quibus quaedam occasio in promptu est, v. c. fractura cruris, ictus vehemens, aut contusio coxae, post lapsum, etc".

Ter herkenning is het van belang op te merken, dat personen, die in der daad moeijelijk of mank gaan, geneigd zijn, het volle gewigt van het ligchaam op het gezonde been over te brengen, zoodat zij, die zich van eene handkruk of stok moeten bedienen, dezen, in den regel, plaatsen: "lateri malo opposito" 2). Bij deze en andere proefnemingen in het gaan zie men wel toe, dat door de simulanten niet soms partij worde getrokken van ongelijkheid in het terrein, waarop men hen ziet staan of laat gaan. Insgelijks, dat men daarbij veeltijds eene duidelijk gedraaide of gedwongene ligchaamshouding kan waarnemen, inzonderheid door het optrekken van één der heupen. Men moet hier altijd naauwkeurige meting ("durante qua interdum dolores exaggerali simulantur") in het werk stellen, onder oplettendheid op mogelijke dwaling in deze door willekeurig veranderden stand van het bekken, hetgeen men dus vooral hier stevig en ter weerszijde door helpers moet doen fixeren. Deze zal, door het doen vinden van gelijke lengte der beide ledematen, dikwijls terstond de waarheid aan het licht brengen. Intusschen is dit niet altijd het geval 3) en dan moet men soms, na zich vooraf te hebben overtuigd, dat geenerlei afwijkingen, hetzij locaal, hetzij meer verwijderd, bestaan, de toevlugt nemen tot bespieding of andere medische krijgs-listen. Onder dezen bekleedt de: "secreta drastici cujusdam adhibitio, cum subsequente observatione cursus" eene voorname plaats 4).

De behandeling van hardnekkige bedriegers geschiede volgens de algemeene regelen. In één geval werkte de vrees voor moxae rondom het heupgewricht zeer voordeelig 5).

Noten bij dit artikel

1) Wel kan dissimulatie gelukken, wanneer de schoenenen kousen niet worden uitgetrokken, dewijl dan de kortere extremiteit daardoor kan worden verlengd. Doch ook zelfs bij ontschoeiden lette men op de mogelijkheid van eenige verlenging door de "applicatio emplastri adhaesivi ad plantara pedis." Vergelijk § 64, noot 1.

2) Op deze wijze: "si claudicatio imitata sit cum crure sinistro, saepe sustentacula tenentur manu dextro." Dit is tegen den regel, ofschoon wij daarop enkele uitzonderingen hebben ontmoet. Malgaigne maakte mij op dit teeken bijzonder opmerkzaam. De Off. v. Gez. Hallegraeff verkreeg er in één geval het eerste vermoeden door van bedriegerij.

3) Men bedenke namelijk, dat moeijelijke gang ook slechts gevolg kan zijn van andere meer verwijderde of dieper gezetelde aandoeningen, welke zich in den aanvang minder kenbaar maken door het objectief onderzoek, zoo als ischias nervosa, tuberculosis in pelvere ant- vertebris, affectio medullae spinalis, enz.

4) Isfordink wil alleen hierdoor in twee gevallen tot de ontdekking der bedriegerij zijn geraakt. Bij de eerste malen dat zij zich naar "Ie lieu d'aisance" begaven, hielden zij de clandicatio vol, bij de volgende malen vergaten zij in de haast hunne rol.

5) In de reeds aangehaalde waarneming van den Heer Hallegraeff, medegedeeld in ons Register v. v. z. n° 78, werd daardoor bekentenis verkregen, nadat reeds het isoleren, schraal dieet, enz. vruchteloos waren gebleven. Er bestond bij dezen simulant een bekend motief, daar hij zijne betrekkingen naar N. Amerika wenschte te volgen. Dit werd (zeldzaam voorbeeld!) door één der geëmploijeerden van de 3de klasse verklapt.





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.