Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 159. Paralysis extremitatum, etc
b). Paralysis extremitatum, etc. - Ofschoon sommigen zulks ontkennen, staat het vast, dat het nabootsen van verlammingen van verschillende soort en graden niet alleen somtijds in de militaire practijk is voorgekomen, maar ook dat de simulanten daarin, door "pertinacia longa, per menses et annos", enkele malen zijn geslaagd 1).
Somtijds werd algemeene verlamming voorgewend, zoo van het gevoel 2) als van de beweging; gemeenlijk echter alleen de laatste en dan nog wel meest slechts gedeeltelijke (paresis), veeltijds niet dan van één der ledematen. In het bijzonder zag men daartoe aanleiding "quum vestigia laesionum e. g. vulneris aut fracturae monstrare possent"; als wanneer de ware toedragt der zaak twijfelachtig genoeg wezen kan. Werkelijk toch kan paralysis gevolg zijn van schijnbaar weinig beduidende vulnera, t. w. wanneer daarbij zenuw-stammen of de zenuw-centra zelve werden getroffen 3).
Ter herkenning moet men in de laatstgenoemde gevallen ten naauwkeurigste, volgens ontleedkundige gronden, trachten op te sporen, of door deze uitwendige oorzaken, op de aangewezene plaatsen, "laesiones substantiae nervosae" mogelijk zijn. Wanneer deze niet bestaan, moet men zich, door ondervragen, berigten, attesten, zooveel mogelijk overtuigen, welke inwendige oorzaken alsdan in casu in het spel kunnen zijn. inzonderheid vorsche men uit, welke de vroegere gewoonten, levenswijze, beroep of bedrijf van den vermeenden lijder zijn geweest; bijv. of deze verslaafd was aan onanie, Bacchus of Venus; of hij onder den invloed heeft geleefd van lood, kwik, arsenik, koper, enz. Niet minder noodig is het te welen, of acute of chronische ziekten van de hersenen of het ruggemerg zijn voorafgegaan, vooral apoplexie, tabes dorsalis, béri-béri, enz., en of daarvan de overige verschijnselen voorhanden zijn, of het ziekte-verloop met juistheid wordt aangegeven. In sterk uitgedrukte en slepende gevallen merke men op, of de begeleidende verschijnselen van vele paralyses (incontinentia urinae of faecum, in belangrijken of ligteren graad) mede aanwezig zijn. Of de secundaire symptomen natuurlijk zijn: bijv. bij hemiplegie cum paralysi faciei, of de mond al of niet naar de aangedane zijde toe is scheef getrokken, daar men weet, dat bij echtheid van deze verlamming de mondhoek vertrokken is "versus sanum corporis latus" 4), Bijv. insgelijks bij paralysis agitans, of de bijzondere gang, aan dit gebrek eigen, daarbij al dan niet wordt waargenomen 5); enz.
Bij afwezigheid van andere kenmerken, kan het plaatselijk onderzoek van het vermoedelijk zieke deel, bij vergelijking met het gezonde, hier eenige opheldering verschaffen door de volgende waarnemingen:
1) De omvang van het deel. - Bij eenigen tijd van duur toch gaat wezenlijke verlamming (inzonderheid de z. g. paralysis progressiva atrophica) gepaard met vermagering van het aangedane lid en zijn daarbij de verzwakte of verlamde spier-groepen slechts weinig uitgedrukt of geteekend. Vergelijk § 155 en § 156.
2) De warmte-graad. - Ware verlamming kenmerkt zich dikwijls door meer of minder waarneembare vermindering van temperatuur. Tot het constateren daarvan kan vooral de differentiaal thermometer van Leslie worden te baat genomen.
3) De spier-prikkelbaarheid en de huid-gevoeligheid. - Daartoe vergelijke men de uitwerking van acupunctuur en van electropunctuur aan verschillende gedeelten der huid-oppervlakte en aan verschillende spieren of spier -groepen 6).
4) De pols-slag. - Somtijds kan deze zwakker en Ideiner zijn aan de slagaderen der verlamde ligchaams-deelen, dan aan de gezonde armen en beenen.
Bij het nemen van deze en andere proeven, verlieze men vooral nimmer uit het oog, dat zij eensdeels "non semper adsunt, praecipue non in initio", en anderdeels, dat opzettelijke dwaling daarbij kan worden teweeg gebragt: "applicatione ligaturae fortiter constrictae ad basin membri affecti".
Een zeer nuttig criterium eindelijk levert soms de eenvoudige bezigtiging der aangedane deelen. De eigene physiognomie van hand en arm, been of voet, kan daarbij de gedane opgaven omtrent langdurige verzwakking of verlamming logenstraffen, alleen door het waarnemen van "callus recens aut indicia alia laboris peracti". Behalve de algemeene listen, ter diagnose geschikt, (zoo als de alcoholisatie, het onverwachts aanbrengen van spelden- of naaldensteken, enz.) komen hier enkele bijzonder in aanmerking, bijv.:
1°) Nachtelijke verrassing. - Waarbij vooraf het licht wordt uitgedaan, om te herkennen of zij zich natuurlijk verhouden; bijv. wanneer het de armen betreft, of zij zich daarmede verdedigen; wanneer het de onderste ledematen geldt, of zij, bij het gelijktijdig geroep van "brand", het bed of de zaal verlaten; enz. 7).
2°) Het kittelen van den neus. - Dit kan van groot voordeel zijn bij pseudo-paralysis brachii. Men prikkele den neus, "durante somno", met eene penne-veder, of brenge aldaar of elders, sterken "pruritus" aan op andere wijzen; inzonderheid zijn daartoe dienstig frictiones met de legumina van Dolichos pruriens. Meermalen zouden simulanten zich alsdan hebben verraden door het instinktmatig of reflectorisch wrijven en krabben der gekittelde deelen met de als verlamd opgegevene handen.
3°) De krachts-beproeving van het deel - Deze proef is ons herhaaldelijk gebleken bij uitstek nuttig te kunnen zijn tot het constateren van pseudo-paresis cruris. Wanneer bijv. verlamming van het linker been wordt voorgewend, zoo bevele men den vermeenden patiënt, om, op het gezonde been staande, met het zieke lidmaat van zich af te schoppen, zoo hard als hij kan. "In genere recusant, dicentes talem motum institui non posse". Daarop late men hen de zaak omkeeren, en dezelfde beweging maken met het gezonde. "Quum hoc experimentum facere possint, fraus detegitur eo, quia sese nunc crure sic dicto paralytico sustentare valent" 8).
In de behandeling van hardnekkige simulanten kunnen al die middelen te pas komen, of wel het aanjagen van "vrees" voor deze, welke bij ware verlamming soms zijn aangewezen, inzonderheid die, welke van een' onaangenamen of pijnlijken aard zijn (zoo als de urticatio, de electriciteit, de strychnine, enz., vooral ook de "bedreiging" met moxae of ferrum candens 9),), hiermede stijgende of somtijds een of ander daarvan onverwachts aanbrengende. Wanneer men ook tot de afzondering en het geven van dieet de toevlugt moet nemen, zoo kan daarbij, in casu, somtijds een eigenaardig of specifiek adjuvans gebezigd worden, door namelijk onder het bereik van den persoon hem welkome spijzen of dranken, vooral ook genever, tabak, enz. neder te zetten 10), doch zoodanig, dat hij daartoe gebruik moet maken van zijne quasi-paralytische beenen of armen. In het laatste geval, slechts één der armen verlamd zijnde, moet de gezonde arm, onder voorzorg van verzegeling, vooraf aan het lijf worden bevestigd, zoodanig, dat hij zich daarvan niet kan bedienen. Men geve aan deze dwang-oefening den schijn, dat zij wordt ingesteld "exercitii causa, quo aeger omnes vires intendere debet, ut brachium debilitatum moveat."
Aanmerking: Wanneer niettegenstaande alle diagnostische en curatorische hulpmiddelen twijfel overblijft, late men hier alles over aan den tijd en ga men althans nimmer tot hevige middelen over 11).
Noten bij dit artikel
1) Tegen de bewering van Coche: "dat paralysis simulata hem onmogelijk voorkomt en dit artikel bij de schrijvers te vinden slechts zijne lagchlust opwekt", staat de ondervinding van een aantal anderen over, wier namen in de volgende Aanmerkingen worden aangehaald. Om één voorbeeld uit velen te kiezen, wijs ik op een geval in het Hospitaal te Leiden, voor vele jaren, door den Heer Kerst waargenomen. Dit betrof eenen soldaat, welke paresis amborum crurum simuleerde en deswegens voorgaf, niet dan op arm-krukken te kunnen gaan. Nadat hij zijne bedriegerij twee jaren had volgehouden, werd hij tenslotte afgekeurd, doch naauwelijks buiten de muren van het Hospitaal gekomen, zag men hem zijne krukken in de gracht werpen en zoo vlug wegloopen, dat de hem begeleidende Off. v. Gez. hem spoedig uit het oog verloor!
2) De paralysis sensus, de anaesthesia completa, is dan ook "difficilius imitanda"; zij wordt ligter ontdekt "ope stimulorum inopinatim adhibitorum, praccipuc durante somno".
3) Zoo verhaalt Fallot een voorbeeld van paralysis antibrachii, door verwonding van den n. cutaneus externus; zoo deelen Percy en Laurent een dergelijk geval mede van paralysis deltoïdei, door eene gestokene wonde, ter plaatse van den n. circumflexus humeri. Zij meenen, dat op die wijze zelfs artificiële verlamming, door zelfsverminking, kan voorkomen! ln al deze gevallen vindt men evenwel steeds een meer of minder duidelijk likteeken dezer verwonding en daarbij gelijktijdig atrophie van het aangedane deel of van de aangedane spier. - Wat de laatste betreft, zoo moet ook worden herinnerd aan het zelfstandig optreden van verlamming van den m. serratus anticus major ook zonder zenuw-verwonding. Men vindt dan een achterwaarts gezakten stand van de scapula affecta met verhinderde krachtsuiting van den arm. Deze aandoening zou ligtelijk, als een bijzondere vorm van "dislocatio scapulae" simulata kunnen worden beschouwd. Als eenvoudige proef raden wij aan, om dan eene drukking uit te oefenen tegen het schouderblad, waarbij men zien zal, dat dan de "motus brachii" gemakkelijker wordt. Vergelijk over deze zeldzame kwaal Repertorium, IV Jaargang, bladz, 67.
4) Bij locale paralyse van den n. facialis komt dikwijls, volgens Landouzy en anderen, een tweede bij-verschijnsel voor, dat hier, in twijfel, ter diagnose van gewigt is, t. w. "sensibilitas auditus aucta, s. hypercousia".
5) Gavin doet hieromtrent opmerken: "dat wanneer men de simulanten met deze kwaal beveelt te loopen, zij zulks doen met "passus tardi", terwijl men bij de personen met ware paralysis agitans behebt alsdan, tegen hunnen wil, "celeriorem ingressum" waarneemt."
6) Intusschen herinnere men zich de wijzigingen in de uitwerking der electriciteit bij verschillende soorten van verlamming, ofschoon deze nog niet zonder uitzondering schijnen vastgesteld te zijn. Zoo bijv. lette men op de waarneming van Duchenne, dat bij paralyse door lood de aangedane spieren zich niet meer zamentrekken, op electrische prikkeling; en op de stelling van Marshall Hall, dat de uitwerking sterker is, wanneer de paralyse van de hersenen uitgaat, zwakker indien zij afhankelijk is van de medulla spinalis; enz. - Ook tot curatio kan dit middel hier bijzonder dienstig zijn. Blackford, Fransen en a. zagen zeer gunstige resultaten van toenemende electropunctuur, en voor korten tijd "genazen" wij daardoor een milicien met z. g, "verzwakking" van den regter wijsvinger.
7) De Offic. v. Gez. Kerst en Gobee lieten pseudo-paralytici "in noctis obscuritate" bij de ooren of aan de keel vatten, en kwamen daardoor tot de overtuiging, dat zij zich zeer goed met hunne "verlamde" armen verweerden! Volgens eene Engelsche mededeeling, ontdekte men eene voorgewende verlamming van beide beenen, bij eenen matroos, toevallig bij het geroep van "brand" op zijn schip.
8) Deze echt medische krijgslist hebben wij van Marshall overgenomen en in een paar gevallen van paresis cruris simulata en aggravata beproefd gevonden.
9) Bijv. men nadere het verlamde lid langzaam met een ferrum bene candens, en zie naauwkeurig toe, of bij de van lieverlede toenemende aannadering geene "motus retrogradi" worden ingesteld. Isfordink laat deze proef bij voorkeur nemen "durante somno." (Zie ook, over vrees aanjagen door verhoogde warmte van een bad, de volg. §).
10) Men wil zelfs, dat wanneer dit niet hielp en de simulanten hunnen eetlust konden wederhouden (men verhaalt voorbeelden, waar zij gedurende 2 à 3 etmalen volhielden met nergens aan te komen), zij voor deze proefneming bezweken, in gevallen, wanneer men andere personen in hunne tegenwoordigheid of nabijheid smakelijke geregten liet gebruiken !
11) Zoo bijv. volge men het voorbeeld van sommige Engelsche schrijvers niet, om ten slotte den vermeenden simulant (wanneer men weet, dat hij zwemmen kan) onverhoeds in het water te storten, om te zien, of hij zich van zijne geparalyseerde ledematen weet te bedienen! !

§ 158. Claudicatio | Inhoudsopgave | § 160. Contractura et anchylosis |
