Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 164. Ulcera
g). Ulcera. - Wanneer men bij sommige geneeskundigen gewag gemaakt vindt van het dissimuleren van ulcera cruris door: "horum obtectio collodion ope, sive membrana sic dicta aurea", zoo behoeven wij daarbij niet verder stil te staan. Meer moet men op het verheelen bedacht zijn van ulcera syphilitica. Aan den penis kan dit geschieden, wanneer de persoon, bij de visitatie, dit deel "propria manu" vertoont en hij daarbij zijne "digiti" behendig weet te plaatsen op de aanwezige ulcera. In de keel kunnen secundaire syphilitische zweren worden verzwegen, doch dan wordt men daarop dikwijls door heesche stem, keel-spraak, corona Veneris, enz. opmerkzaam gemaakt 1). Men lette daarbij, en in het algemeen bij het verzwijgen der specifieke oorzaak van secundaire syphilis, op, of er zich likteekens, vooral verharde, aan de genitalia of in de liezen vertoonen.
De meeste aandacht ten opzigte van zweren, als misleidings-ziekte, verdienen de provocatio en de aggravatio daarvan. Deze stellen de oudste en meest algemeen bekende bedriegerijen daar. Niettegenstaande enkele afschrikkende voorbeelden, - zoo van amputatie, ten gevolge dezer moedwillige zelfbeleediging, als van toevallig doodelijken uitgang daarvan door bijkomende gangraena nosocomialis, - is of was zij, vooral in Groot-Brittannië bij het Land's scheepsvolk, zoo gewoon, dat het Militair-geneeskundig Bestuur daar te lande den Offic. van Gez. uitdrukkelijk heeft moeten voorschrijven "om lijders met verouderde zweren, deswegens niet dan bij hooge noodzakelijkheid af te keuren". In ons leger, waar overigens de ware atonische beenzweer geene zeldzaamheid is, worden kunst-zweren zóó algemeen en zóó dagelijks niet aangetroffen; evenwel moet men er toch steeds op bedacht zijn.
Over al de middelen, daartoe in misbruik, uitvoerig te handelen, zal niet noodig zijn, evenmin als eene uitwijding over de grove kunstgrepen, door welke men leest, dat somtijds zweren door bedelaars zijn "nagebootst" 2). Genoeg is het te weten, dat zij alle zijn te brengen tot de irritantia of corrosiva uit de drie Natuurrijken: zoo bijv. uit het Delfstoffelijk rijk, de acida mineralia, het ungt. Autenriethi, enz.; uit het Planten-rijk, de plantae acres, zoo als uit de Familie der Euphorbiaceae, Ranunculaceae, Thymelaceae, etc; uit het Dieren-rijk, de cantharides, urina humana, Clupea harengus salita, enz. Meer evenwel dan deze allen is het van belang op te merken, dat bedriegers hier zeer dikwijls eenvoudig hunne toevlugt nemen tot irritatio mechanica. Beleediging der zweren door "frictio ope arenae"; door "abrasio ope ungium aut vitri"; door "excisio, incisio, punctura et laesio, diversissimis instrumentis"; door "alteratio et nimia constrictio fasciarum"; door verontreiniging der "spongiae ad deligationem inservientes; door het aanbrengen van "corpora aliena omnis generis, interdum moneta cuprea, interdum insecta, v. c. pediculi corporis aut pubis", onder de verbandstukken 3) - ziet daar eenige der meest gewone streken, waartoe de ingrediënten hun gemakkelijk ten dienste staan 4). Bij het dagelijksch zieken-bezoek, en ook vooral bij onverwachte visites, moet men bij lijders met langdurige zweren steeds op dit alles voorbedacht zijn. Zoo met het bloote oog, als met de loupe, bezigtige men dikwijls de zweren, haren omtrek en de verbandstukken ten naauwkeurlgste. Herhaaldelijk kwam men daarbij de corpora delicti zelve of duidelijk waarneembare "vestigia" daarvan op het spoor, vooral na aanwending van caustica, die ten deele reeds door hunne kleur en hun verder physisch voorkomen zijn te herkennen, doch omtrent welker ware geaardheid soms een nader scheikundig onderzoek wordt vereischt 5).
Ter herkenning is het wijders van aanbelang te letten: op den algemeenen toestand des vermeenden lijders; op voorafgegane ziekten; op het al of niet gelijktijdig bestaan van vermagering, oedema, varices aan het deel; op het al of niet dor en schilferachtig voorkomen der omringende huid; op de wijze van voortgang in het ulceratie-proces; op het bij kunstmatige irritatie steeds ontstekingachtige karakter der zweer-randen; enz. enz.
De voornaamste aanwijzing tot dwang-herstelling bestaat hierin, dat men de ulcera zooveel mogelijk ontoegankelijk maakt voor de gezegde kunstmiddelen der simulanten. Daartoe doe men eene geschikte keus uit de volgende maatregelen:
1) Het teekenen der zwagtel-slagen met inkt-strepen.
2) De verzegeling van het verband. [Men plaatse daarbij onder het lak een stukje watten of flanel, om niet door te branden],
3) Het isoleren van de zweer-vlakte door middel der kleefpleisterinwikkeling volgens Baynton.
4) De aanwending van een stijfsel- of liever nog van een gips-verband.
5) Het afsluiten van het been met behulp van de laars van Hutchinson. [Deze bestaat uit een tweekleppig houten kastje, in den vorm van een stevel, die den voet en het been, tot boven de knie omgeeft, en met hangsloten tegen het afnemen verzekerd is 6)].
6) Kan, bij duidelijk uitgedrukten kwaden wil en tegenwerking der genezing, het aanleggen van het dwang-buis somtijds worden gevorderd.
Noten bij dit artikel
1) Voor het overige zijn de gevallen niet zeldzaam, waar niet slechts ulcera, maar ook bubones, enz. worden verzwegen en de hen vergezellende koorts-beweging door de personen wordt opgegeven als in verband te staan met gefingeerde catarrhale of gastrische aandoening, opdat zij als "koortsig" in behandeling zouden worden opgenomen. Dit, om des wegens niet te worden "gestraft", zoo als door sommige Chefs der Korpsen geschiedt, of om hunne "Hospitaal-soldij" niet te verliezen, die bij venerischen vroeger werd ingehouden. Vergelijk ook § 138, Aanmerking.
2) Als zoodanig leest men van bedekking der huid met raauw vleesch, met een stuk ossen-milt, met het vel van eenen kikvorsch, enz.!
3) Zoo vond men, volgens het verhaal van Hutchinson, bij eenen dergelijken simulant eene Engelsche "penny" diep tusschen de musculi cruris ingedrongen; dit vreemde ligchaam had aanleiding gegeven, dat het been moest worden afgezet!
4) Enkele gevallen dezer misleiding zijn ons persoonlijk bekend. Velen daarvan worden in buitenlandsche werken over morbi simulati (door Fallot, Gavin, Speyer, en a.) opgegeven, Eenige voorbeelden zijn medegedeeld door onze Offic. van Gez. Gobee, Hallegraeff, Kocken, Lippe, Verhoef en a.
5) In één geval ontdekte ik het bedrog, dat hardnekkig ontkend werd, door eene gevormde bijt- of brandkorst op te lossen in verdund salpeterzuur en daarop te reageren, waarna het bleek, dat er koper (waarschijnlijk was "sulphas cupri" gebruikt) in de oplossing voorhanden was. - Aan de kleur laten dergelijke escharae zich somtijds reeds vermoeden; zoo die van "nitras argenti" aan de bruin zwarte kleur, die van "sulphas cupri" aan de groenachtig bruine. Heinrich heeft daarenboven zijne aandacht gevestigd op die, welke door vele andere "caustica" worden voortgebragt; zoo vindt men het ulcus, na toucheren met "acid. nitricum" geel, met "acid. sulphuricum" ijzerkleurig, met "acid. hydrochloricum" wit, met "chloor-zink" insgelijks wit, enz.
6) Hutchinson's opschrift op zijne laars: "straf voor bedriegers", komt ons minder doelmatig voor. Het strijdt althans tegen ons aangenomen stelsel, vroeger ontwikkeld (zie § 53). Liever bezige men deze en andere dwangmiddelen als voorwaarde ter genezing "door afsluiting van de buitenlucht." Marshall beweert, doch zonder genoegzamen grond, dat deze stevel een onvoldoend beletsel tegen bedriegerij oplevert, daar hij nog boven de knie toegang verleent tot de "introductio" van "stramina aut aliae potentiae nocentes." In elk geval kan ook daartegen door "fasciatio sigillata", na opvulling met watten, worden gewaakt.

§ 163. Luxatio | Inhoudsopgave | § 165. Varices |
