Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 190. Mania

2) Mania. Ofschoon vele verschijnselen van acute krankzinnigheid voor eenige nabootsing niet onvatbaar zijn, zoo als het vonkelende oog, de strakke dreigende blik, de aanvallen van razernij, de vernielingszucht, enz., kan men die toch ook hier door eenige vrij goede algemeene criteria onderscheiden.

Bij ware maniaci is in den regel een meer of minder kenbaar stadium prodromorum aan te wijzen; bij nabootsing breekt de ziekte schijnbaar plotselijk uit in volle kracht, "sine prodromis, sine causis."

De ware krankzinnige brengt, in zijne gesprekken, eene opgevatte gedachte "minime ad finem; novae ideae semper semperque sese sequuntur aut confluunt, abruptim et sine nexu." De simulant bepaalt zich tot het spreken van onzin, en brengt zijne volzinnen dikwijls ten einde, zonder de gezegde eigenaardigheid in de jagt van abrupte denkbeelden te vertoonen.

Ook de wijze van antwoorden is verschillend. De eerste geeft dikwijls "responsiones valde exactas." De laatste doet veeltijds zijn best, "ut incohaerenter respondeat."

De ware maniacus "in majorem iram vehitur", wanneer men hem tegenspreekt, bedreigt, of dwang-maatregelen aandoet. De pseudomaniacus toont daarbij "metum, alque multo facilius compescitur."

Ware maniaci ziet men bij het onverwacht aanschouwen van "parentes et proximi" dikwijls in hevige accessen van razernij geraken, "interdum sine illorum lucida cognitione." Simulanten kunnen deze proef meestal niet wederstaan en verhouden zich daarbij "perfecte naturaliter."

Bij wezenlijke krankzinnigen nemen de gelaats-trekken, na verloop van eenigen tijd, eene onmiskenbare uitdrukking van geestverwarring of verdierlijking aan. Zij vermageren zigtbaar, niettegenstaande eene soms alles overtreffende "voracitas" of, in andere gevallen, ten gevolge van hardnekkige "recusatio alimentorum." Bij bedriegers wordt noch het een, noch het ander waargenomen, evenmin als andere verschijnselen, welke bij ware manie kunnen bestaan, zoo als "obstipatio alvi, retentio urinae, enz."

Ware maniaci kunnen insgelijks een' hoogen graad van "frigus et dolor" 1) verdragen, zonder dien naar het schijnt te bespeuren. Zoo ook is bij hen de slaap veeltijds onrustig, afgebroken, of, vooral na hevige vlagen van waanzin, nachten achtereen afwezig. Bij mania imitata is daarvan niets voorhanden; integendeel, bij hen is de slaap vaak des te vaster en dieper, juist naar mate de pseudo-accessen van razernij heviger schenen.

Aanmerking: Men vindt ook bij sommige Fransche schrijvers over dit onderwerp (onder anderen bij Percy en Laurent) gesproken over de mogelijkheid der provocatie van manie door "usus narcoticorum internus" 2). Bij naauwkeurige isolatie intusschen zal deze vorm van misleiding, zoo die ooit voorkwam, zich wel terstond openbaren als van zeer voorbijgaanden aard te zijn, maar vooral ook zich door andere verschijnselen van narcosis kenmerken.

Noten bij dit artikel

1) Zij hebben soms groote plekken gangreen of andere in- of uitwendige gebreken, zonder dit zelve te weten; ook brengen zij zich zelven dikwijls belangrijke verwondingen toe.

2) Bijv. uit de Familie der Solaneae. Insgelijks zou het hachisch daartoe aanleiding kunnen geven. In Indië het opium, volgens Swaving en a.; Vogler ontkent dit.





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.