Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 191. Melancholia et Monomania
3) Melancholia et monomania. In gevallen, waar deze (door sommige psychiatrici betwijfelde (?) ) vormen zich voordoen, zij men, in de eerste plaats, bedacht op de nasporing, of zich een ziekelijke toestand der organa "abdominalia" of wel "haemorrhoïdaal-lijden" laat bespeuren. Ten tweede, of die hevige "anxietas" die ziels-kwelling voorhanden is, welke aan de melancholia vera zoo bijzonder eigen is. En ten derde, of ook duidelijke, geene geveinsde, "conatus ad suicidium" worden in het werk gesteld 1).
Voor het overige worden zij zeer zelden ter nabootsing verkozen. Mogt dit het geval zijn, zoo houde men verder in het oog: Dat de ware melancholici en monomaniaci veeltijds hunne verkeerde denkbeelden of valsche voorstellingen (z. g. idees fixes) "fortiter defendunt et haec proponunt quasi sanae mentis producta", terwijl de simulant, integendeel, zelf de "aberratio" zijner denkbeelden, zoo veel hem slechts mogelijk is, doet uitkomen.
Dat de wezenlijke lijders aan deze gebreken liefst hunne gedachten "imo pectore occludunt et silentio retinent"; terwijl daarentegen simulanten gewoon zijn, hunne "ideën" luide uit te spreken "absque ulla occasione et antequam interrogati sunt."
Dat de eerste door tegenspraak "iracundia aut dolore afficiuntur", terwijl de laatste "sese facilius submittunt argumentis", die tegen hen worden aangevoerd.
Noot bij dit artikel
1) De Off. van Gez. Lampe heeft bij eenen soldaat van het Algemeen Depot van discipline te Medemblik een hoogst opmerkelijk voorbeeld van monomania suicida ficta waargenomen en deze op eene zeer gepaste wijze ontmaskerd. Het scheen, als of deze persoon op allerlei wijzen zich van het leven wilde berooven. Toen hij in het water wilde springen, had hij zich echter vooraf geïnformeerd, hoe diep dit was. Toen hij zich wilde verhangen aan een pakriem, had hij ingelijks eerst gezorgd, eenen lossen spijker uit te kiezen, enz. Na hierdoor tot vermoeden van misleiding te zijn geraakt, schreef L, hem eene ligte solutie van tartarus emeticus voor, om uitwendig te gebruiken, bij wijze van smeersel op de maag, en voegde daarbij het pseudo-opschrift: "zwaar vergift". Dit bleef alzoo ter zijner vrije beschikking, zonder dat hij er iets van innam, en nu gevraagd zijnde, waarom hij dit vergift niet had ingenomen om zich te dooden? werd hij bedremmeld en kwam tot bekentenis. Zie ons Register v. v. z. n°. 87.

§ 190. Mania | Inhoudsopgave | § 192. Nostalgia |
