Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek
Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek
§ 193. Febres s. pyrexiae
l). Febres s. pyrexiae. - Ofschoon "koorts", van welken aard ook, op den duur ongeschikt is om als misleidings-ziekte op te treden, moet men echter opmerkzaam zijn, dat f. intermittens door vrijwilligers zou kunnen worden verzwegen of ontkend. Bij eenigen zweem daarvan onderzoeke men vooral de milt-streek, als ook de lever. Deze dissimulatie komt nogtans weinig voor; meer heeft men zich ten deze te hoeden voor simulatie, bepaaldelijk voor sommige kunstgrepen, die in verband met logens omtrent de subjectieve bevinding, met tussis, nausea, lumbago (fictae), in het werk kunnen worden gesteld om enkele koorts-aanvallen na te bootsen of zelfs op te wekken; bedriegerijen, die meer bepaald ontmoet worden met de bedoeling eener tijdelijke vrijstelling van dienst of ontheffing van straf, dan om te worden afgekeurd. Voornamelijk bij gestrafte militairen, in provoosten of cachotten, zijn mij en anderen Offic. v. Gez., enz. verscheidene voorbeelden bekend der voorwending van catarrhale of gastrische koortsachtige aandoening 1).
De middelen, die in deze gevallen tot het imiteren van enkele koorts-verschijnselen, hetzij alleen, hetzij gezamenlijk, reeds van oude tijden af, gebleken zijn, nu en dan te hulp te worden geroepen, zijn de volgende:
1) Acceleratio pulsus. Inwendig, door gebruik van excitantia fortiora in parva dosi (ammonia liq., phosphorus, aetlier nitric. alcoh. etc.); introductio in anum van Allium of Nicotiana. Uitwendig, door "motus corporus nimii", door "respiratio frequens", door "succussio olecrani" tegen vaste ligchamen.
Bovendien werden andere wijzigingen in den pols kunstmatig tot stand gebragt: "ligatura circa humerum", "flexione prolongata antibrachii", "decubitu supra brachium dextrum", "retinendo respirationem", enz. Zie verder over Digitalis- en Helleborus-misbruik het bij morbi cordis opgegevene (§ 120).
2) Obductio linguae. Hiertoe zijn in misbruik: het aanbrengen van eene gele kleur door "masticatio rad. Rhei aut herbae Nicotianae"; van eene witte door "frictiones cum creta aut farina"; van een slijmig beslag door "applicatio saponis albi aut viridis", etc.
3) Horripilationes. Zag men soms natuurlijk nabootsen door willekeurig beven en schudden van het ligchaam, met opzettelijk klappertanden, enkele malen in verband met de opwekking van "frigus" voor eenige oogenblikken: "potu immodico aquae frigidissimae" 2). In een dier gevallen openbaarde het bedrog zich terstond, toen men de dekens opsloeg, en den vermeenden koortslijder, door al zijne bewegingen en inspanning, in plaats van koud te zijn, in een ruim zweet vond liggen !
4) Sudor febrilis. Er is een voorbeeld opgeteekend, waar men dit te voorschijn zag geroepen "potu immoderato copiae magnae infusionis Theae calidae".
5) Delirium febrile. Daarvan wordt reeds bij de Ouden gewag gemaakt "usu interno Hyoscyami aut Mandragorae" .
6) Faciei pallor. Is geprovoceerd door reeds eenigen tijd vóór de visitatie zich over te geven aan "excessus varii generis", door "vigiliae protractae", door "abusus catharcticorum aut emeticorum", door "potus aceti habilualis", door het rooken van zware "Nicotiana", zelfs door "deglutitio" van eene "tabaks-pruim"; door "abstinentia alimentorum", enz. Dit alles soms in verband met eigene adjuvantia bijv. de "neglecta lotio faciei et capillorum incuria", maar vooral de "adhibitio cosmeticorum albi aut flavi coloris" 3).
7) Emaciatio. Kwam bij sommige simulanten voor ten gevolge van eenige der bovengenoemde nadeelige invloeden. In één geval zou zij te voorschijn zijn geroepen door het houden van een "monetum cupreum in ore" en de voortdurende "deglutitio" van het daarmede bedeelde "saliva".
Ter herkenning van deze of dergelijke kunstgrepen is het onvermoeide nasporen der hier opgegevene of andere middelen van dien aard allernoodzakelijkst. Voor het overige loopt men zeer weinig gevaar, om op den duur daardoor te kunnen worden om den tuin geleid, indien men zich slechts ten regel stelt, om niet te veel op één enkel verschijnsel af te gaan, maar om behoorlijk acht te geven op het onderling verband der koorts-symptomen, de opvolging van hare tijdperken, de bekende critische uitgangen; enz. 4).
Tot de genezing van pseudo-pyrexiën is een schraal dieet hoofdzaak, terwijl hier vooral eene gepaste en hartelijke toespraak den simulant dikwijls terstond van verdere pogingen afschrikt. Zoo niet, dan kunnen onder anderen de vroeger opgegevene "mixturae diabolicae" hier, als specifieke febrifuga, soms eene bijzonder nuttige toepassing vinden.
Noten bij dit artikel
1) Waarnemingen daarover gaven bij ons de HH. Gobée en Van Leersum. Ook Beck, Dunlop, Fodere, Hutchinson, en a. maakten melding van deze simulatie.
2) Een paar merkwaardige gevallen daarvan, bij het Algemeen Depot van Discipline te Medemblik waargenomen, heeft de Off. v. Gez. lampe aangeteekend; opgenomen in ons Register v. v. z. u°. 83 en 84.
3) Oudere schrijvers spreken daarenboven over het "berooken van het aangezigt met dampen van flores sulphuris (?), van brandende alliacea of van semina cumini, etc. (!?).
4) Simulanten trachten somtijds wel eens aan de waarneming te ontsnappen, door op te geven: "quod accessus febriles noctu invadunt." Wanneer dit het geval is, moet de wachthebbende Off. van Gez. met de observatie daarvan worden belast, en herinnere men zich, dat juist bij f. intermittentes de invasio nocturna tot de zeldzaamheden behoort.

§ 192. Nostalgia | Inhoudsopgave | § 194. Morbi contagiosi |
