Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 199. Somnambulismus

r). Somnambulismus. - Het behoeft naauwelijks te worden vermeld, dat ook het "nachtwandelen" een gebrek is, dat soms dienstbaar kan worden gemaakt aan oogmerken van bedrog. Men zal dan veeltijds bij de zorgvuldige en zoo dikwijls mogelijk herhaalde vergelijking van het "natuurlijke" beeld met het "nagebootste" geen bezwaar hoegenaamd in de ontdekking vinden.

Al de handelingen van den pseudo-somnambule toch dragen het karakter van met bezonnenheid te geschieden. Daarbij wacht hij zich wel van zich bloot te stellen aan "levensgevaar", gedraagt zich "belagchelijk", en laat zich door onverwachte hinderpalen terstond "afschrikken". De "oogen" worden slechts even geopend, als of de oogleden bijna toegeknepen worden. Zij zijn voor het licht "gevoelig" en de "pupil" is niet gedilateerd.

Eene eenvoudige proef tot verdere herkenning wordt wijders gevonden in het "exclamare nomen suum"; hierdoor wordt "nulla modificatio" in zijne handelingen te weeg gebragt, en daarbij wordt "absentia terroris aut stuporis soliti" waargenomen.

Aantekening bij dit artikel

In de Geregtelijke Geneeskunde komt de vraag: over het al of niet bestaan van "toerekenbaarheid", wegens misdrijven "durante somnambulismo" begaan, veel meer voor. Deze kwaal toch wordt meermalen als "voorwendsel" gebezigd, om zich aan de verdiende straf te onttrekken. Vergelijk de over dit Leerstuk bestaande Handboeken,





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 06 March 2021.