Nationale Militie - Geneeskundig Onderzoek

Handleiding tot de leer van het Militair Geneeskundig Onderzoek

§ 128. Ruminatio en vomitus habitualis

c). Ruminatio en vomitus habitualis. - Enkele menschen, - en de zoodanige zijn ons persoonlijk bekend, - bezitten het vermogen van te "herkaauwen", andere zelfs van werkelijk te "braken", naar willekeur, inzonderheid bij eene gelijktijdig op de maagstreek aangebragte pressio. Dit kan simulanten in het nabootsen van maag-kwalen, vooral cardialgie, zeer behulpzaam zijn. In andere gevallen werd, vóór het onderzoek, een emeticum ingenomen, of emesis verwekt op mechanische wijze. Daarenboven zag men nu en dan aan het uitbraaksel een gevaarlijk of bevreemdend karakter gegeven door het voorafgegaan gebruik, of het later bijmengen van de walgelijkste zaken, bijv. van urine of faeces 1), soms zelfs van hagedissen, slangen of andere dieren 2).

Ofschoon in sommige dezer voorbeelden ook militaire geneeskundigen werkelijk om den tuin zijn geleid 3) bezitten wij toch eenige goede onderscheidings-kenmerken:

1°) In de verschijnselen, den plaatselijken toestand van den tractus intestinalis betreffende. - Hier is wel op te merken, dat men geen te groot gewigt mag hechten aan den z. g. verlorenen eetlust, dewijl daarbij subjectieve misleiding in het spel kan zijn. Dat men evenmin te veel moet afgaan op het voorkomen van de tong, als zijnde ook dit aan objectieve wijziging door den lijder zelven onderhevig (zie pyrexiae). Van eene veel hoogere beteekenis echter is hier, vooreerst, de wijze waarop het braken zelf plaats grijpt. Zoo bijv. geschiedt dit, even als het herkaauwen, door simulanten, gewoonlijk steeds op den tijd van het ziekenbezoek, veel minder of niet in de tusschen-tijden. Zoo werpen deze daarbij veeltijds alle spijzen en dranken uit, onverschillig van welken aard, zamenhang, temperatuur deze zijn mogen, iets hetgeen (met uitzondering van gastritis acuta, bovendien een uiterst zeldzame zlekte-vorm) bij ware slepende maag-kwalen bijna nimmer voorkomt. In de tweede plaats, moet hier aan de waarneming der copropoiësis eene bijzondere opmerkzaamheid worden geschonken, als zijnde deze weinig of niet van den wil afhankelijk. Eene qualitatief en quantitatief normale verhouding der darmontlasting, bij twijfelachtig slepend maag-lijden, met gedurige ruminatio en habituëlen vomitus, beschouwen wij als te zijn hoogst verdacht! En dit inzonderheid wanneer ook de nu volgende criteria mogten ontbreken.

2°) In den algemeenen toestand van den lijder. - Wanneer oogenschijnlijk bestaande maag-kwalen, onder de opgegevene teekenen van belangrijken aard en van langeren duur, niet gevolgd worden door algemeene verzwakking, bloed-armoede of bleekzucht, en ligchaams-vermagering; wanneer de vermeende patient integendeel in gezonden omvang en aan gewigt toeneemt, mag men, - in den regel, - tot misleiding besluiten. Herhaalde weging moet alzoo, in deze gevallen, nimmer worden verzuimd 4).

Als verder soms noodige middelen tot de ontdekking komen in aanmerking: de onafgebrokene observatie van den man, telkens na het eten of drinken; de bespieding van al zijne gangen in den tusschen-tijd, als wanneer hij zich dikwijls in het geheim voedsel weet te verschaffen; en misschien ook de proef, of vloeibare voedsels (bijv. bouillon), die hem in den vasten slaap worden ingegeven, zonder opvolgende ruminatio of vomitus "binnenblijven" 5).

Ter behandeling mogen hier de algemeen voorgeschrevene regelen worden gevolgd. Alleen noemen wij, onder de onaangename geneeswijzen, het dagelijks twee malen herhaald gebruik van een clysma emolliens, in verband met vrij strenge dieet; en, onder de vrees-aanjagende middelen, de "bedreiging" met de gastro- of de laparo-tomie 6).

Noten bij dit artikel

1) Gavin verhaalt een dergelijk geval van nagebootste "urine-braking"; Orfila geeft voorbeelden van opzettelijken "vomitus stercoralis"!

2) Wij zullen daarover niet behoeven uit te wijden, doch herinneren alleen, dat alle dergelijke gevallen van "dieren-braking" gebleken zijn, met opzettelijke of toevallige misleiding in verband te hebben gestaan, en vestigen daarbij de aandacht op de onderzoekingen van Berthold, uit welke het duidelijk is geworden, dat deze dieren niet in de maag kunnen blijven leven. Zie mijne Vergiftleer, Mechanische vergiften, XV Hoofdstuk, Levende dieren, bladz. 948.

3) De zoo ervaren Cheyne getuigt dit door zijn eigen voorbeeld. In een geval van dezen aard, waar hij bedrog, in een tweede, waar hij waarheid had voorondersteld, verkreeg hij later eene juist omgekeerde ondervinding !

4) Zie onze opgaven daaromtrent, in het algemeen in § 43, noot 1. Marshall heeft het wegen, hier in het bijzonder, beproefd gevonden.

5) Deze voorslag van Fallot, hoezeer goed uitgedacht, schijnt ons toe, in de uitvoering dikwijls groot bezwaar te zullen ontmoeten.

6) Men voege daar dan bij, dat deze kunstbewerkingen onmisbaar zijn tot zijn levens-behoud, wanneer de kwaal langer duurt, dewijl men daardoor alleen de oorzaak der kwaal kan uit den weg ruimen!





Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op: 28 March 2024.